Geen van de C / E-Series Classic kaartplotter (C70, C80, C120, E80, E120) hebben een intern GPS antenne.
Maar let op de C-serie Wide kaartplotters (C90W, C120W, C140W) en de E-serie Wide (E90W, E120W, E140) hebben wel een interne GPS.
Ik wil een externe GPS aansluiten
De RS125 GPS antenne (SeaTalk) was hiervoor beschikbaar, die is niet meer leverbaar. De vervanger is de Raymarine RaySstar 150 GPS antenne. Deze GPS antenne kan niet op de SeaTalk aansluiting worden aangesloten, maar moet via SeaTalkNG worden aangesloten.
Om de nieuwe RayStar150 aan de plotter / netwerk aan te sluiten moet je een STNG netwerkje maken en voeden met 12V.
Externe GPS op een C-scherm E-scherm
Om data van de C of E serie kaartplotter (MFD) op het netwerk te krijgen is er een adapterkabel beschikbaar. Maar let op dit is een aansluiting voor de zogenaamde SeaTalk2 naar SeaTalkNG. Gebruik deze kabel niet in een STNG netwerk. De kans op foutmeldingen is aanwezig.
–>> Vuistregel: nooit ST2 in een STNG omgeving gebruiken.
Het beste is de Raymarine Inline converter SeaTalk 1 naar SeaTalk NG Productnummer: E22158 te gebruiken, meestal is dit de beste oplossing zeker voor de toekomst als er andere apparatuur aan boord komt die alleen STNG kan praten. Vergeet niet het netwerk te voeden met de voedingskabel die wordt meegeleverd. Je kan dn de meegeleverde SeaTalk kabel aansluiten op de achterkant van de kaartplotter en de andere kant in de converter (gele connector) stoppen.
Wij raden dit af, maar als je alleen (dus 1 apparaat) de RayStar150 GPS aan wilt sluiten op een C-serie of E-serie en geen andere STNG apparaten, dan kan je overwegen om deze adapterkabel gebruiken in combinatie met de Raymarine STNG Starter Kit Productnummer: T70134. En alleen als er NMEA2000 apparaten (motormanagement/trim vlakken) van andere leveranciers moeten worden aangesloten op de plotter. Vergeet dan niet in het menu de STNG aan te zetten: ST290 System –>Select ON if your C-Series is connected to a SeaTalk2 system.
Er is echt een verschil tussen de C-serie en de C-serie WIDE kaartplotters en de E-serie en E-serie WIDE. De aansluitingen op de achterkant van de Wide kaartplotters laten zien dat er andere verbindingen zijn zoals een echte STNG (SeaTalkNextGeneration) aansluiting en de snelle STHS (SeaTalkHighSpeed) voor radarbeelden en sonarbeelden. Je kan dus de RaySTar150 direct aansluiten op de STNG poort. Het is bekend dat je niet alleen de GPS in deze poort kan steken? Je moet namelijk een netwerk maken met de zogenaamde terminators.
Je hebt dus alleen een GPS antenne nodig en een minimaal netwerk (tenzij die al aanwezig is)
Vergeet niet de blauwe (terminators) te geberuiken en dit netwerk te voorzien van 12V. Dit kan met de meegeleverde rode voeingskable in se set. Met de meegeleverde (korte) wtte spur kabel kan de C-serie WIDE kaartplotter op dit netwerk worden aangesloten. De RayStar150 GPS komt met de spurkabel in een vrije port.
Systeem instelling C-serie WIDE
Je kan op meerdere manieren de GPS data aan de kaartplotter geven. Dat kan via NMEA, STNG en SeaTalk. Dit betekent dat in het menu van de kaartplotter moet worden aangegeven welke ingang gekozen is. In dit gevl moet de ingang op STNG worden gezet. Ook als er meerdere kaartplotters in het netwerk zijn: er mag maar 1 GPS bron aanwezig zijn.
Hier de stappen in het menu:
Overschakelen tussen interne en externe GPS-ontvangers
1. Druk op de MENU knop.
2. Selecteer met het trackpad het menu Interne GPS.
3. Selecteer met de trackpad de optie ON om de interne GPS of de optie OFF om een externe GPS te gebruiken.
4. Druk op de OK-knop.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
De i70S heeft een vernieuwde uiterlijk met de look and feel die past bij de nieuwste lijn van de Raymarine eS-serie MFD´s.
De prachtige i70S, heeft bestelnummer E70327 gekregen. Hij vervangt vanaf juni 2016 het huidige i70 instrument. Het formaat en montagevlak is identiek aan de i70, er hoeven dus geen aanpassingen aan het dashboard plaats te vinden. Op dit moment is de prijs van de i70S exact het zelfde als die van zijn voorganger de i70.
Wil je overstappen naar deze nieuwe S-lijn? Lees dan verder en gebruik de kortingsbon en bekijk hoeveel voordeel je krijgt voor de S-serie instrumenten.
Veranderingen van de i70S instrumenten
Het instrument matcht voortaan de belijning en kleuren van de eS Serie MFD’s
Optically bonded display waardoor er geen condensatie in het display kan plaatsvinden
Anders vormgegeven drukknoppen voor gecontroleerde bediening tijdens ruwe weersomstandigheden
Nog slechts één STng spuraansluiting op de achterzijde. Je kan niet eer doorlussen naar andere instrumenten.
Uiterlijk en randen van de i70S
i70S zal standaard voorzien zijn van een zwarte en gunmetal afdekrand in de doos en vanzelfsprekend de bijbehorende afdekkap.
De huidige p70 en p70R bedienunits stuurautomaat zullen rond eind september in 2016 vervangen. Dis zullen de p70S en p70RS gaan worden. Dus in de nieuwe S-stijl. Als je een p70 of een P70R nu besteld, dan worden de speciale adapterbezels en suncovers bijgevoegd in de doos. Hiermee kan je de bestaande apparatuur de nieuwe i70S displays.
Analoge wijzers
Raymarine i60 instrument
Analoge wijzers hebben soms voordelen ten opzicht van digitale weergave. Ook erg afhankelijk van de gebruiker, het is misschien smaak. De i70S kan de gegevens en data van onder andere de motor als een wijzer met een naald op het scherm tonen.
De windrichting wil je graag met een naald tonen. Daarom is er de Raymarine i60, die heeft nog een echte naald. Als je overal de zelfde instrumenten willen hebben in de cockpit of kaartentafel, kan je nu kiezen voor de eS kaarplotter en een x-aantal i70 instrumenten.
Maak een pagina aan en kies de data. Als je wilt, dan toon je de wijndrichting met een naald of zet alle windgegevens onder elkaar in een lijst.
Netwerken met de i70S
De i70S heeft 1 STNG (SeaTalk Next Generation) aansluiting achter op het instrument. Over STNG worden alle gegevens verzonden. Om de bestaande, analoge gevers te kunnen gebruiken zal er gebruik moeten worden gemaakt van de Raymarine multipod ITC-5 Converter. Op deze module kan je de bestaande gevers aansluiten zodat de gegevens netjes vertaald wordt op het STNG netwerk. Met de i70S kan je overigens alle gevers kalibreren. Dat zal je zeker nodig hebben voor de windgever in de mast. Lees hier meer over de Raymarine multipod ITC-5 Converter.
Het mooie van dit display is dat je hem overal kan ophangen en alle data kan tonen dat beschikbaar is op het SeaTalk NMEA2000. Uitbreiden kan altijd en later als dat gewenst is. Kies bijvoorbeeld:
Je hebt nu GPS, snelheid, diepte beschikbaar op alle schermen in het schip. Je gebruikt de bestaande gevers die aan boord zitten.
Transducers aansluiten (diepte snelheid wind)
Nieuwe installatie met een nieuwe i70S:
De enige twee gevers die (nog) analoog zijn, zijn de windgever en de roerstandgever. Om de windgegevens van de masttopunit / wind transducers op het SeaTalknetwerk te krijgen zal je gebruik moeten maken van de Raymarine multipod ITC-5 Converter. Deze module vertaalt het analoge signaal van de masttopunit naar digitale gegevens geschikt voor het SeaTalkNG netwerk.
Je hebt nu GPS, snelheid, diepte, temperatuur en wind beschikbaar op alle schermen in het schip. Met maar 1 gat in de romp voor de gever. Als je wilt kan je ook de Raymarine Roerstand terugmelder op de ITC-5 aansluiten.
Bestaande installatie met een nieuwe i70S:
Je wilt gebruik maken van de bestaande transducers: diepte, snelheid. Kies dan bijvoorbeeld:
Je hebt nu GPS, snelheid, diepte, temperatuur en wind beschikbaar op alle schermen in het schip. Je gebruikt de bestaande gevers die aan boord zitten.
Ik wil gaan vervangen
Vaak is het zo dat er 1 van de 3 ST60 instrumenten niet meer goed werkt. Het moment is nu aangebroken dat de ST60 of ST60+ instrumenten niet meer nieuw leverbaar zijn. Je hebt dan een werkende masttopunit, maar een defect display. Je kan dan kiezen voor een Raymarine i60, maar dan heb je verschillende instrumenten naast elkaar zitten.
Of je hebt nog een prima dieptegever, maar een defect ST60 diepte instrument. Een instrument vervangen kan, maar ga je dan voor de i-serie of in een keer voor de nieuwe S-lijn…
Wil je een duwtje in de rug om over te stappen naar een complete nieuwe S-lijn installatie, dan hebben wij een kortingsbon actief voor de maanden juli + augustus. De bon werkt op de nieuwe S-lijn producten de ITC module en de transducers beschreven in dit bericht. Deze bon staat hieronder en kan je invullen in de winkelwagen van www.raymarine-shop.nl.
Overigens als je denkt dat iemand dit ook zou moeten weten mail de link door. Of zet de code of een link naar dit bericht gerust in jouw favoriete forum. Een like is natuurlijk ook geweldig.
KORTINGSBON 2016: i70S
LET OP, door de grote interesse in de i70S en deze actie is Raymarine door zijn voorraad heen van de i70S. Dit betekent wel dat er leveren wat langer gaat duren!
AIS-repeater
AIS is een ontwikkeling die je steeds vaker ziet op de schepen. Als je al een AIS receiver of tranceiver aan boord hebt dan kan je deze gegevens ook op de i70S tonen. Zorg er simpelweg voor dat de gegevens op het Raymarine SeaTalkNG (NMEA2000)komen. Je kan dan de 25 dichtstbijzijnde schepen tonen die met AIS zijn uitgerust. Selecteer de objecten om informatie over deze schepen te zie.
Handleiding van de i70S
De handleiding voor de Raymarine i70S instrument is hier te vinden: i70s Installation and operation instructions 81364-1-EN
Je zal zien dat nagenoeg alles hetzelfde is ten opzichte van de i70. De menustructuur, de opties in het menu zijn allemaal het zelfde.
Meer informatie is te vinden in deze link:
https://raymarine.box.com/s/migi87fwfd9l398yavedrv403jm4o1sv
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Fishfinder en kaartplotters overzicht van de aansluitingen op de achterkant van het display. Voor bijna alle gebruikers is er wel een uitvoering te vinden die precies de juiste aansluitingen heeft. Zo zal een visser alleen de DownVision beelden willen zien en heeft geen behoefte aan een kaartplotter of connectie met het netwerk. Dan zal een Dragonfly DV4 een prima oplossing zijn. Maar een een ander zal misschien wel een AIS via NMEA aan willen sluiten.
Hieronder zijn de aansluitingen van de fishfinder / kaartplotter instrumenten (en eigenlijk ook de radars) te zien. Niet alle aansluitingen zijn beschikbaar op elk instrument.
De a-serie instrumenten is een lijn voor gebruikers die niet veel hoeven aan te sluiten. zoals een AIS via NMEA (via STNG kan overigens bij alle displays) Overigens is een a-serie het meest ideale instrument om te gebruiken voor het weergeven van data, Je zou kunnen overwegen om in plaats van een i50 of i60 i70 instrument een a-serie te gaan plaatsen, je kan dan alle pagina’s zelf maken (kies wel de juiste gevers / transducers) Sterker nog, je kan ook het radarbeeld op dit scherm zien als dat op het netwerk aanwezig is. Ik denk er aan om dit instrument ook in de slaapkamer te plaatsen. Je kan dan alles zien wat er beschikbaar is op het netwerk, ook camerabeelden (al dan niet thermisch)
De Raymarine e-serie en c-serie is weer iets uitgebreider, deze heeft bijvoorbeeld wel NMEA (2x) ingangen in de voedingskabel zitten. Hier kan je dus wel een extern NMEA instrument op aansluiten. Deze kaartplotters zijn waterdicht en geschikt voor buiten en binnen gebruik. Er kunnen meer dan 1 kaartplotter in het netwerk worden aangesloten zodat er maar 1 navigatiekaart nodig is.
De Raymarine eS-serie is weer een nieuwe generatie van de e-serie, maar dan met nieuwe processoren en een stuk sneller, echt een mooi en snel instrument.
Ook in het gebruik van de instrumenten is er een keuze te maken. De c-serie is het zelfde als de e-serie. Het grote verschil is dat de c-serie touch screen heeft. Een zeiler geeft waarschijnljik de voorkeur aan een kaartplotter zonder touchscreen als die buiten wordt gebruikt, zeker met slecht weer. Dan is een touchscreen makkelijk per ongeluk aan te raken. Maar bij de kaartentafel is het weer wel een goed idee om een touchscreen te gebruiken omdat dat lekker makkelijk navigeren is op de kaart.
Wat is het verschil tussen de kaartplotters van Raymarine
In de onderstaande artikels zijn de verschillen tussen de soorten kaartplotters/fishfinders/radars op een rijtje gezet. De nieuwe displays maken gebruik van de STNG netwerk verbinding (een CAN bus netwerk). Als je gaat overwegen om bijvoorbeeld een RL20 (Radar) te gaan vervangen dan zal je als eerste de antenne moeten vervangen, maar ook rekening houden dat de nieuwe e-serie niet meer direct aangesloten kan worden op het bestaande SeaTalk netwerk. Er zal dan een inline converter moeten komen.
Eerder vorig jaar (2014) is de Raymarine Fluxgate compas niet meer in productie en sinds eind juli 2015 is deze niet meer nieuw leverbaar. Er is geen vervanger voor dit kompas die gebruik maakt van de 8 signaaladers die naar een stuurautomaat gaan.
Er zou een keuze moeten worden gemaakt: of de fluxgate te repareren of een nieuwe stuurautomaat met een nieuw bedieningsinstrument. Er zijn deze opties 1) Nieuwe stuurcomputer met EV1 met instrument. 2) Interne spoeltjes vervangen.
Wat nietkan is alleen de bestaande fluxgate compas vervangen door alleen een Raymarine Evolution EV1 kompas sensor met een inline converter. De reden is dat de oude stuurautomaat alleen een magnetisch signaal krijgt van de fluxgate. In de (oude) stuurcomputer wordt het signaal omgezet naar een waarde voor de koers (magnetische kompas waarde). In de software van de stuurcomputer is de demping en deviatie te berekenen en de koersafwijking te compenseren door 1 of meerdere rondjes te varen. Dit compenseren is in een menu van het bedieningsinstrument door te lopen zodat je uiteindelijk een bruikbare koers krijgt. De EV1 heeft deze kalibratie en nog veel meer intern zitten, dus de oude stuurcomputer kan de EV1 gewoonweg niet kalibreren.
1) Nieuwe stuurcomputer met een nieuw bedieningsinstrument
Een nieuwe stuurcomputer en een nieuw bedieningsinstrument plaatsen en via een Raymarine Inline converter SeaTalk SeaTalk NG op het bestaande SeaTalk netwerk aansluiten. Je krijgt dan een nieuwe generatie stuurautomaat met een digitaal gecompenseerd kompas met fast heading gegevens (ideaal als er een MultiFunctioneelDisplay aan boord is voor radar overlay). De aandrijving kan je in bijna alle gevallen hergebruiken.
Speciaal voor deze situatie hebben wij de stuurautomaten met een korting op de site staan. (oops, wel even een dopje op de vrije spur connector)
Productnummer: T70156Raymarine Evolution Autopilot EV-200, met roerstandgever, met p70R, met ACU200 EV1. Geleverd met Evolution kabelset.
(Type 1 drive)
Productnummer: T70160Raymarine Evolution Autopilot EV-300, ACU300 stuurcomputer met roerstandgever voor solenoid. Deze maakt gebruik van de nieuwe solid state EV kompas sensor.
(Solenoid drive)
2) Spoel vervangen van de fluxgate
Als de behuizing van de bestaande fluxgate nog in tact is, dan is het mogelijk om het binnenwerk te vervangen met het losse Raymarine fuxgate compas element. Het Raymarine fuxgate compas element heeft productnummer: M022
Het is moeilijk te bepalen of interne wikkelingen defect zijn. In dit artikel zijn de meetwaarden te vinden van de fluxgate: https://www.raymarine-navigatie.nl/fluxgate-kompas-meetwaarden/
Je ziet hier dat de fluxgate aangesloten is op de S100 stuurautomaat. Deze tekening kan je ook gebruiken voor een ST4000 waar de fluxgate achter op het instrument is aangesloten.
FOUTE situatie:
Je ziet hier dat de fluxgate niet meer in het systeem zit, maar wel de EV1. Deze stuurt zijn gegevens door naar de converter, en die weer naar het SeaTalk netwerk.
Het probleem in dit schema is dat de EV1 niet meer te kalibreren is, je kan dus nooit de koers aanpassen. Hoewel er een mogelijkheid is om met een MFD (alleen nieuwe a-c-e-serie) / p70 of een i70 instrument de EV1 te kalibreren/instellen wordt dit toch afgeraden.
Het SeaTalkNG netwerk is een NMEA2000 netwerk en maakt gebruik van end-terminals, deze moeten in het netwerk zitten hoe klein dan ook. Daarnaast moet het SeaTalkNG netwerk voorzien worden van spanning (12V). Het SeaTalkNG netwerk maakt gebruik van Spur kabels om verbinding te maken met het SeaTalkNG netwerk en de instrumenten.
Vraag:
ik heb een stuurautomaat SPX5 wheel met P70 bediening; graag ontvang ik advies over welke apparatuur ik verder zou kunnen selecteren?
Ik zoek een set met een triducer zodat ik maar 1 rompdoorvoering krijg, en met een i70 display om de gegevens weer te geven. Maar verder zou ik graag een windset hebben die op het zelfde netwerk kan (zeilboot uitvoering). En een voordelige fullsize navigatie (geen a65 of a75) geen fishfinder-funktionaliteit aub. Wat het netwerk betreft heb ik een backbone stamkabel en een 5 way splitter voorradig. wat moet er verder aan data materiaal worden aangevuld om het systeem werkend te krijgen.
Antwoord:
Als eerste gaan we er van uit dat je gebruik maakt van het SeaTalkNG/STNG netwerk (spur in combinatie met backbone kabel)
Je kan dan bijvoorbeeld een i70 op dit netwerk aansluiten met een spurkabel (meegeleverd, en kort bij instrument) op de 5 way splitter. Dan zijn de gegevens beschikbaar op de i70. Raymarine i70 Multifunctioneel display Productnummer: E22172
Je kan deze triducer kiezen (diepte, snelheid en temperatuur) en die ook op het STNG netwerk aansluiten. Je hebt dan 1 gat in de romp. Raymarine DST800 DST CU TH smart triducer Productnummer: A22111
Om de windgegevens op het netwerk te krijgen is er een masttop unit nodig en een converter. Raymarine multipod ITC-5 Converter Productnummer: E70010
Een masttopunit met 30 meter kabel wordt op de mast geplaatst en de signaalkabels worden aangesloten op de ITC-5 converter. Een goede plaats is bij de mast dan kan de mast er ooit eens af. De DST-transducer kan dan op de ITC-5. Raymarine ST60+ Wind Model 2004 masttopunit Productnummer: E22078
Vaak wordt er door zeilers gekozen voor een wind instrument met een naald, dan wordt de masttop unit achter op de i60 aangesloten en is er geen ICT-5 meer nodig Raymarine i60 Wind pakket met standaard windvaan transducer Productnummer: E70150
De keuze hangt dan snel af van het formaat dat kan worden geplaatst (12/9 inch wat het budget is). De meeste zeilers hebben geen behoefte aan touchscreen, dat is bij het onder zeil zijn niet echt handig. De keuze hangt dan snel af van het formaat dat kan worden geplaatst (12/9 inch wat het budget is).
Kies een plotter zonder kaart, zonder fishfinder, en koop de juiste Navionics kaart er bij:
Let er op, de SPX-5 geeft geen voeding door aan het STNG netwerk, daar is een voedingskabel voor nodig, maar die zal je wel al hebben als je een pakket hebt. Zo niet, dan is dit het bestelnummer: Raymarine STNG Voedingskabel 1 meter naar 12V Productnummer: A06049
De backbone kabel (blauw/zwart) kan je gebruiken om van de stuurautomaat of 5-weg blok naar de ITC-5 te gaan.
Vervolg vraag:
Ik ga inderdaad uitbreiden op mijn seatalkNG netwerk. Er zit al een een voedingssnoer en een backbone kabel en dus de spx-5 met P70.
Kan ik ook de volgende dingen nemen?
Raymarine DST 800 smart triducer model A22111
Raymarine I70 multifunctioneel display model E22172
Garmin GWS 10 smart wind sensor (NME2000)
Volgens mij ben ik dan zo voordelig mogelijk klaar met alles wbt. snelheid diepte en wind. en dan hoef ik geen dure converters te nemen? Want ik vind het wel een beetje vreemd in het raymarine programma dat de windsets niet op het NG netwerk kunnen zonder converters. De smart triducer heeft die funtionaliteit immers wel. mijn bezwaar tegen converters is tweeledig nl. kostprijs verhogend en extra verbindingen geeft extra kans op storing, daarnaast geeft het een minder overzichtelijke installatie. ik verneem graag jou reactie.
Antwoord:
Je zal óf een i60 windinstrument moeten gebruiken (voorkeur van veel zijlers) óf de ict-5 er bij moeten nemen. Voordeel met een ict-5 is dat je de mast kan verwijderen en de kabel van de windset los kan maken. En je kan op deze ict-5 de triducer aansluiten.
Ik heb Raymarine al eerder gevraagd of er een smart windset komt, maar daar is nog niets van bekend. Ik ga ze dat nog eens vragen. (Het wordt iets lastiger om een STNGkabel met stekker door de mast te krijgen)
E22078
Vervolg vraag:
Ik kan een i60 winddisplay kopen, deze moet gecombineerd worden met de E22078, vervolgens kan de i60 via seatalkNG gekoppeld worden aan de p 70 display. en dit kan met elkaar communiceren toch? en als ik dan een A22111 smart triducer aansluit op de backbone, dan geeft het p70 display in de 2-D mode ook de snelheid en diepte weer, toch?
Antwoord:
Alle instrumenten komen met een spurkabel, op de verdeelblokjes ook een voedingkabel. Als je kan wachten tot later in de middag (vanavond) maak ik een simpele tekening, dan is het makkelijk te zien hoe het komt. Losse windgever en losse i60 instrument kan voordeliger in een pakket: Raymarine i60 Wind pakket met standaard windvaan transducer Productnummer: E70150
Vervolg vraag:
Ik ga de i60 winddisplay in het kajuitschot plaatsen, terwijl ik de i70 en p70 op de stuurstand (naast elkaar in een pod) ga plaatsen, hier zit ca. 5m afstand tussen. ter info: vanaf de smarttriducer naar het kajuitschot is ook ca. 5mtr.
Ik wens mijn SPX5 wheel-set te wijzigen in een uptodate EV-100 set met de i70 en een evolution sensor en … een hydropomp type 0.5 van raymarine.; vraag hoe moet ik dit hydraulisch aansluiten op de bestaand aanwezige hydraulische stuurcilinder op mijn schip, volgens mij moet er een terugslagklep en aansluitblok tussen de leidingen komen, levert u dit ook? heeft u een hydraulisch schema?
Ik heb inmiddels een marifoon Ray 49e gekocht, kan deze ook op het seatalk netwerk?
Ik wens ook een ais transponder te plaatsen hoe zou deze mogen worden opgenomen in het schema? Kan ik ook een voordeliger transponder via bijvoorbeeld van pcnautic in mijn netwerk plaatsen, zonder funktionaliteit te missen? belangrijk voor mij is weergave op de i70.
Antwoord:
Je kan met een spur maximaal 5 meter overbruggen, als het langer wordt dan is er een backbone (blauw/wit) nodig. Raymarine STNG Spurkabel 5 meter Productnummer: A06041
Als je de backbone moet gebruiken, dan zal je even slim moeten kijken of je een T-stuk kan gebruiken om af te takke, anders een 5-weg connector gebruiken.achter het kajuitschot.
Weet je zeker dat een type 0,5 hydraulische pomp wel voldoende is? Het is erg belangrijk dat je de juiste onderdelen in het schip krijgt om teleurstelling te voorkomen. Op elke pomp van Raymairne zit een terugslagkleppen-blok, je kan hier een hydraulische verbinding mee maken. Belangrijk om te weten is of de pomp op het stuur terugslagkleppen heeft. Die kan meedraaien als die er niet in zitten.
De Ray49E communiceert via NMEA. Lees hier meer. Ik neem aan dat je daar GPS-signaal op wilt hebben, dat kan op meerdere manieren, je kan de UHF op de SeaTalkNG kunnen aansluiten met een vertaler. Er zijn meerdere opties mogelijk, bijvoorbeeld met deze: http://www.actisense.com/products/nmea-2000/ngw1.html
Vervolg vraag
Wat de hydraulische pomp betreft hoe moet ik dan weten of ik een ander type (bv type 1.0) moet hebben? er zit een klein model Vetus hydraulische cilinder op het kwadrant ik zal kijken of ik het type kan aflezen. Verder heb ik intussen ook een S100 afstandsbediening gekocht; vraag kan ik deze rechtstreeks via seatalk aansluiten op de AC100 evolution autopilot of moet dat via verloopblok naar seatalkNG??
Antwoord: De inhoud van een cilinder is belangrijk om te weten, dit staat nagenoeg altijd op de roercilinder. Kies nooit een te kleine pomp, dan kan de stuurautomaat niet snel genoeg van stuurboord naar bakboord sturen.
Als er een S100 op een ACU100 wordt aangesloten, dan is er een Raymarine Inline converter SeaTalk 1 naar SeaTalk NG E22158 nodig. Dit omdat de S100 afstandsbediening alleen via SeaTalkNG kan communiceren.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Antwoord:
Let er goed op dat je een compleet SeaTalkNG netwerk maakt. Dit betekent dat er maximaal twee blauwe eindpluggen in een netwerk kunnen zitten. Onthoud dat de blauw/zwarte signaalkabel het werk moet verrichten. Deze kabel heet de Backbone en heeft blauwe connectoren. De maximale afstand voor één Backbone kabel is 20 meter deze kan verlengt worden.
Dit in tegenstelling met de signaalkabel die de instrumenten met elkaar verbind. Deze kabel heet Spur en heeft witte connectoren. De kabel is wit/zwart gemarkeerd en kan per kabel maximaal 5 meter overbruggen. Voor grotere afstanden is het de bedoeling om gebruik te maken van de Backbone kabel. Gebruik de inline converter als data van oudere instrumenten zoals ST40, ST60, ST60+ of andere SeaTalk instrumenten op het nieuwe netwerk moet worden gezet.
(ook ST50 kan, maar dan moet er gesoldeerd worden, lees meer)
De bedoeling van de Spurkabel is interconnectie met andere instrumenten/apparaten. De lengte van deze Spurkabel is zoals eerder gezegd beperkt. De maximale lengte die geleverd kan worden is 5 meter. De kabel en connector zijn zo ontworpen dat de verbindingen waterdicht zijn en de kabel sterk is. Verlengen van een kabel zou je kunnen doen door de kabel door te knippen, te pellen en de signaaladers aan elkaar te solderen en met krimpkous netje weer af te sluiten. Maar zorg er voor dat je niet ver boven de 5 meter gaat komen. Moet je verder kies dan voor een Backbone kabel met eventueel een Raymarine STNG T-stuk voor koppeling spur naar backbone (A06028) of een Raymarine In-line Backbone Spur terminator (A06074).
De bedoeling van de Backbonekabel is data en voeding overbrengen over langere afstanden. De kabel en connector zijn zo ontworpen dat de verbindingen waterdicht zijn en de kabel sterk is. Je zal deze Backbone dus eigenlijk moeten gebruiken bij afstanden langer dan 5 meter. Je kan net zoals bij de Spurkabel de Backbonekabel afknippen, pellen en de signaaladers aan elkaar solderen en afsluiten met krimpkous. Probeer het waterdicht te krijgen in natte ruimte (eventueel met vulkaniserende tape). Toch adviseren wij om de originele kabels te gebruiken.
Kan ik een 5-weg connector gebruiken om Spur te verlengen
Nee je kan niet de Raymarine STNG 5-weg connector: 2x Backbone 3x Spur (A06064) gebruiken om een spurkabel te verlengen. Je hebt hiervoor de backbone nodig. In de onderstaande schema is duitdelijk te zien dat er vier eindpluggen in het netwerk zit, en de vuistregel is dat dit maximaal 2 mogen zijn.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Kan een GPS van Garmin altijd met NMEA2000 op het STNG worden aangesloten?
Welk kabeltje is er dan nodig om een Garmin GPS instrument aan te sluiten op het SeaTalkNG netwerk.
Praat de Garmin GPS wel NMEA2000
Als eerste moet je controleren of de GPS een uitgang heeft die NMEA2000 heet. Het NMEA2000 protocol is compatibel met het netwerk dat Raymarine gebruikt, het STNG (SeaTalkNG) netwerk.
Mocht het zo zijn dat er alleen gesproken wordt over NMEA (dus zonder 2000) dan is het niet mogelijk om de GPS ‘direct’ op het STNG netwerk aan te sluiten. Als de GPS alleen NMEA-uitgangen heeft, dan zal er een NMEA naar STNG converter moeten worden gebruikt. Dit kan met verschillende producten. Een voorbeeld is de Actisense NGW-1-STNG NMEA 0183 naar STNG
Garmin GPS NMEA2000 aansluiten
In dit geval heeft de Garmin (GPS 740s) een uitgang die gebruik maakt van het NMEA2000. Je ziet deze NMEA2000 aansluiting rechts onder in het plaatje hierboven.
Je kan dus middels een devicekabel (male of female) een verbinding maken met het netwerk van Raymarine. Er zijn twee devicenet aansluitingen, een male en female aansluiting. Hier onder staan de beide male en female aansluitingen voor het devicenet.
Devicenet Female
Devicenet Male
Als deGarminGPS-740s nog niet aangesloten is opeenNMEA 2000 netwerk, danhoeft je alleen de GPS met een ‘spurkabel’ in het STNG netwerkaan te sluiten.
Over het algemeen gaat dat met eenDeviceNet-kabel, ofweleen mannelijke of vrouwelijkeconnector op deGarmin-kant met deSeaTalkNGaansluiting op deRaymarinekant. In dit geval heb je de Female aansluiting nodig.
Is de GarminGPS al verbondenmeteenNMEA2000backbone? Als dat zo is, is er op dit moment (2014 Q3) geen kabel beschikbaar om de GarminNMEA2000backboneaan te sluiten op deRaymarineSeaTalkNG backbone.Jezou dan de tweebackbonekabels kunnen splitsenen kleur op kleur op elkaar kunnen aansluiten.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
De SeaTalk NG (Next Generation) van Raymarine en de gestandaardiseerde NMEA 2000 zijn compatibel met elkaar. Maar zijn er voordelen en of limitaties door gebruik te maken van de NMEA 2000 bekabeling om SeaTalk NG instrumenten van Raymarine aan te sluiten.
En kan er een Seatalk 1 naar Seatalk NG bridge gebruikt worden en aangesloten worden op een NMEA 2000 netwerk?
SeaTalkNG is een Raymarine-versie van NMEA2000, beide werken op de zelfde netwerkstandaard. De limitatie van het STNG netwerk heeft te maken met de zogenaamde PGNs. Een PGN is een nummer dat aan geeft welke datastring wordt verstuurd. Hieronder staat een voorbeeld van de PGN 27489, deze geeft de motormanagementgevens door.
Raymarine maakt gebruik van NMEA2000, maar kan niet alle PGN’s inlezen. Er zijn inmiddels een heleboel PGN’s en elke fabrikant kan zijn eigen PGN gebruiken. Het gekke is dat veel fabrikanten erg geheimzinnig doen over deze datazinnen. Dat is raar, want je zou toch verwachten dat elke fabrikant er baat bij heeft om zijn product te verkopen.
(volgend project is zelf een module te maken die motorgegevens en tankniveaus, op een kaartplotter zoals de e7 kan tonen)
Het Raymarine SeatalkNG werkt met een beperkt aantal PGNs. Raymarine geeft aan dat hun apparatuur niet met alle PGNs werkt. De lijst die ze wel accepteren heb ik nog niet kunnen vinden. Wel wordt bijvoorbeeld het toerental en de vlotter in de brandstoftank getoond op een MFD (multi functioneel display zoals de Raymarine a65 en a67).
De inline converter is geschikt om de gegevens van het oude SeaTalk te vertalen naar de nieuwe SeaTalkNG en die kan dus worden aangesloten op een NMEA 2000 backbone.
Als je de gegevens van een Volvo motor wilt krijgen op het STNG netwerk dan is er een vertaler nodig: Raymarine ECI-100 NMEA2000 J1939 converter (E70227) Naast deze converter is ook een verloopkabel nodig met de juiste connectoren (let op de terminators in de backbone, en controleer eerst of de bestaande motor geschikt is)
Used to provide real-time operational data and status relevant to a specific engine, indicated by the engine instance field. This message would normally be broadcasted periodically to provide information for instrumentation or control functions.
Default Update Rate
Every 500ms (2/second)
Fields
Engine Instance : (0 = single engine or dual engine port, 1 = dual engine starboard)
Engine Oil Pressure : Pa
Engine Oil Temp : Deg K
Engine Temp : Deg K
Alternator Potential : VDC
Fuel Rate : cu-m/hr
Total Engine Hours : hrs
Engine Coolant Pressure : Pa
Fuel Pressure : Pa
Engine Discrete Status 1 : Warning Flags (see below)
Engine Discrete Status 2 : Warning Flags (see below)
Percent Engine Load : %
Percent Engine Torque : %
Status 1 Conditions:
– check engine
– over temperature
– low oil pressure
– low oil level
– low fuel pressure
– low system voltage
– low coolant level
– water flow
– water in fuel
– charge indicator
– preheat indicator
– high boost pressure
– rev limit exceeded
– EGR system
– throttle position sensor
– engine emergency stop mode
Status 2 Conditions
– warning level 1
– warning level 2
– power reduction
– maintenance needed
– engine comm error
– sub or secondary throttle
– neutral start protect
– engine shutting down
There is no corresponding NMEA 0183 sentence.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
In het verleden waren de ontwikkelaars niet in de gelegenheid om een bestaande programma’s van een instrument aan te passen. Maar dit is veranderd. Net zoals bij APPs op de mobiel is het mogelijk om de firmware of software van de instrumenten aan te passen. Als iets goed is getest en geprogrammeerd zou het eigenlijk niet nodig zijn om bestaande software te moeten aanpassen. Echter om dat er nieuwe opties later worden bedacht kunnen die door een upgrade van de software of firmware nu wel worden toegevoegd. Je kan dit zelf uitvoeren, maar als je twijfels hebt, kan je ook bij een gecertificeerde Raymarine installateur of servicedealer terecht.
Lees alles, of begin er niet aan.
Updaten van Raymarine MFD kaartplotters
Voor de MFD (multi functional device) van Raymarine zijn er inmiddels al een paar updates beschikbaar. Voor de Raymarine MFD e7 kaartplotter/radar/fishfinder instument was er eerder een update te krijgen, lees hier meer.
Als je de MFD wilt updaten (hoeft niet per sé), in het kort:
Koop een 2 lege uSD kaarten, gebruik NOOIT de Navionics kaart.
Op 1e SDkaart, maak een backup van de bestaande configuratie gegevens, klik hier.
Op 1e SDkaart, maak een backup van waypoints, routes en tracks, klik hier.
Let er op dat je de LOG-files wel kwijt bent, die kan je voor zover ik weet niet opslaan.
Op 2e SDkaart, download de nieuwste versie (kies de juiste voor het apparaat).
Update de kaartplotter volgens deze stappen, klik hier.
Updaten van een Raymarine p70R instrument
Okee, de kaartploter kan worden geüpdatet, maar hoe moet ik nu bijvoorbeeld een Raymarine p70R instrument updaten, daar zit geen slot in om een SD kaart te plaatsen.
Raymarine biedt gebruikers de mogelijkheid om via de nieuwe series MFD kaartplotters (a, c, e of gS) een extern apparaat te voorzien van een nieuwe software versie. Hiervoor is de zogenaamde Remote Software Utility geschreven. Er zijn een tweetal remote upgrade bestanden nodig om deze upgrade uit te kunnen voeren. Dit wordt hieronder beschreven.
Let op: Er zijn twee versies van de software die kan draaien op jouw MFD (kaartplotter). Je hebt softwareversie tot en met V6 en er is een softwareversie vanaf V7. Helaas is het zo dat deze versies hun eigen Remote upgrade bestanden nodig hebben. Dus: als je een Versie6 hebt, dan zal je de link voor V6-download moeten kiezen, als je een Versie7 hebt, dan zal je de V7-download moeten kiezen. In het overzicht hieronder kan je zien welke versies er zijn:
Op de software-pagina van de Raymarine website kan je deze downloaden:
Kijk hier maar eens: Software
Als je op deze pagina kijkt, dan zie je bij “Autopilots” de beschikbare updates:
Wij klikken nu op de p70R (naam of plaatje) en schieten naar een volgende pagina, zie het plaatje hieronder. In dit plaatje is te zien dat de Raymarine p70R te upgraden is met de A-serie, E-serie, G-serie en de nieuwe a-c-e-gS serie. Helaas niet met de C-serie classic.
Hier is duidelijk te zien dat je nu moet kiezen voor de juiste softwareversie van jouw apparaat.
Tip: Zorg er voor dat jouw MFD kaartplotter/radar/fishfinder op de laatst beschikbare versie draait. Dit wordt ook aanbevolen door Raymarine.
Voorbeeld upgrade van een Raymarine P70R
Het proces om via een MFD software te updaten via SeaTalkng of SeaTalkhs verbonden Raymarine producten is in menu’s zichtbaar anders en ook in procedure helemaal anders dan via voorgaande Classic en Widescreen multifunctionele displays producten.
Om een software-update uit te kunnen voeren voor een p70R instrument moet MFD (jouw kaartplotter, bijvoorbeeld de e7) tenminste voorzien zijn van Lighthouse versie 4 software (of hoger).
Daarnaast heb je een microSD-kaart nodig met een maximale capaciteit van 32GB. Op deze kaart worden de upgrade utility files gezet en bestand voor het betreffende SeaTalkng/SeaTalkhs product. Kijk hier voor het verschil tussen SeaTalkNG en SeaTalkHS.
(toch even voor de laatste keer: gebruik NIET de Navionics kaart, haal die er desnoods even uit)
We gaan verder met waarschuwingen: het gebruik van het software-updaten via het multifunctionele display komt met restricties: Raymarine adviseert de software-update bij voorkeur uit te voeren in een werkplaatsomgeving en te zorgen voor een directe en korte SeaTalkng/SeaTalkhs-verbinding tussen MFD en het product, zonder mogelijke storingen vanuit een uitgebreid netwerksysteem. Wat ze bedoelen is dat het systeem en het data-netwerk goed moet werken en niet door bijvoorbeeld een startende motor wordt onderbroken. Doe dit in de haven, met volle accu’s, zorg er voor dat de spanning op de instrumenten blijft en neem de tijd.
MAAR, bij het updaten van een stuurautomaat (wordt niet behandeld in dit artikel) zoals SPX10, 30, SOL, CAN of ACU200, 300 of 400 waarbij de koerscomputer of ACU de spanning voorziet naar de STng backbone is het héél belangrijk tijdens de upgrade de STng backbone separaat te voeden en niet via de koersomputer of ACU! Zorg er dus voor dat je het SeaTalkNG netwerk extern voed met bijvoorbeeld: Raymarine STNG Voedingskabel 1 meter naar 12V A06049
En bij het updaten van de Raymarine Inline converter SeaTalk 1 naar SeaTalk NG(Shop E22158) moeten alle netwerk componenten losgekoppeld worden. (wordt niet behandeld in dit artikel).
Dus alleen de MFD met de inline converter met terminators en voeding, verder niets.
En bij het updaten van de Raymarine multipod ITC-5 Converter(Shop E70010) moeten alle netwerk componenten losgekoppeld worden. Dus alleen de MFD met de inline converter met terminators en voeding, en deze iTC-5 transducer multipod verder niets.
En bij het updaten van de Raymarine i70 Multifunctioneel Kleuren display(Shop E22172) geldt: indien de applicatie software < v1.08 dan eerst de boot loader updaten. En eventueel aanwezige ST70+ instrumenten los koppelen van de STng-bus.
Raymarine instrumenten die te upgraden zijn
Op dit moment zijn er updates beschikbaar voor deze instrumenten :
Het wordt ten zeerste aanbevolen om het product dat wordt ge-update (target product) te isoleren door alle andere producten uit het SeaTalkng / SeaTalkhs kabelnetwerk die niet worden ge-update los te koppelen. Zie de opmerkingen in de onderstaande compatibiliteitstabel. Of als je vertrouwen hebt in de installatie, dan kan je overwegen om dit aan boord te doen, in alle rust.
Update met gebruik van SeaTalkNG
In dit geval heb je de Raymarine p70R en de Raymarine a-c-e serie MFD uit de boot gehaald en meegenomen naar huis. In dit geval heb je een minimaal SeaTalkNG netwerkje nodig, dat betekent dat je thuis componenten moet hebben. En vergeet niet dat je de MFD én het SeaTalkNG netwerk moet voeden met 12V. Dit kan op veel manieren, en je zal een aantal netwerkcomponenten moeten aanschaffen. Of als je vertrouwen hebt in de installatie, dan kan je overwegen om dit aan boord te doen. Als de spanning weg valt dan kan het zijn dat het instrument niet meer wil opstarten, zorg dus voor een (erg) betrouwbare voedingsvoorziening.
Update met gebruik van SeaTalkHS
Sommige apparaten zoals de sonar, zijn aangesloten via de UTP-verbinding SeaTalkHS. Als het uitvoeren van de remote update via de Ethernet-verbinding moet, dan is het noodzakelijk om een SeaTalkhs / Raynet dataverbinding tussen het multifunctionele display en het target product te maken. Hieronder is een afbeelding van een voorbeeld. Hier geldt dat het doel (de sonar) haar eigen voeding heeft om een eigen herstart te
kunnen maken (wanneer noodzakelijk) in het proces. Of als je vertrouwen hebt in de installatie, dan kan je overwegen om dit aan boord te doen.
Data op de microSD-kaart zetten
Op de microSD-kaart dienen de volgende bestanden te worden gekopieerd. Plaats deze bestanden niet in een map maar in de root directory van de microSDkaart.
de microSD moet leeg zijn, geen andere bestanden (andere firmwares!)
de beide upgradebestanden: rayatom.autorun00.sh.sig en rayatom.autorun.00.sh
en zoals hierboven beschreven download de juiste versie: V6 of V7 !
de software voor het product (Raymarine p70R)
Opmerking: zorg dat er verder geen andere bestanden op de microSD-kaart staan die niets met de softwareupgrade te maken hebben. Voor sommige producten bestaat de software-update uit twee bestanden: een bootloader-file en een application-file.
Het is alleen mogelijk één software-bestand per keer te uploaden. Dus de microSD-kaart alleen kan worden gevuld (naast de beide upgradebestanden) met één doel softwarebestand (die voor de p70R in dit geval).
Dus bijvoorbeeld of alleen de bootloader-file of alleen de application-file.
De SeaTalkNG sofware update
Hier komt de daadwerkelijke update. Om de software update van een i70 instrument kan het nodig zijn om twee bestanden naar het doel product te uploaden; dus zowel bootloader- als ook de application-softwarefiles, dit geld ook voor de p70R, zoals hieronder getoond:
Kopieer de volgende bestanden naar een lege microSD kaart rayatom.autorun.00.sh.sig rayatom.autorun.00.sh i70_Bootloader_1_01.pkg
Voorzie de SeaTalkng backbone van 12V voeding waardoor zowel de SeaTalkng bus als het instrument aan gaan. Zorg dat de MFD uitgeschakeld blijft!
Verwijder alle huidige microSD kaarten in de kaartlezer van de MFD. Plaats vervolgende de microSDkaart met de software-upgrade files in het SD1 of SD2 kaartslot (bij a-series is er maar één kaartslot beschikbaar).
Zet de MFD aan en na een enkele ogenblikken zullen de softwareupgrade bestanden worden herkend en zal automatisch de MFD verder de remote software update uitvoeren zonder dat enige actie nodig is.
De update utility zal zelf zoeken naar het correcte product, in dit het plaatje hierboven een i70 Instrument, maar geldt ook voor een p70R. Zodra het target product is gelokaliseerd zal de software automatisch worden gedownload. Indien er meerdere i70’s op de aanwezige SeaTalkng bus aanwezig zijn die ook een update behoeven zal het proces automatisch doorgaan totdat alle i70’s zijn voorzien van de upgrade.
Zodra de update utility dit aangeeft dient de microSD kaart uit het kaartslot te worden gehaald en op OK te drukken om de MFD te herstarten.
Verwijder het i70_Bootloader_1_01.pkg bestand van de microSD kaart en kopieer nu het i70_Instrument_1_25.pkg bestand naar de microSD kaart.
Herhaal stap 1 t/m 6 om het complete software update proces te voltooien.
De SeaTalkNG sofware update
In dit voorbeeld wordt een software update van een DSM300 fishfinder uitgevoerd. Het kan nodig zijn dat twee bestanden naar het doel moeten te uploaden; dus zowel bootloader- als ook de application-softwarefiles, zoals hieronder getoond:
Tip: Noteer vooraf diepte-offset, het transducertype en snelheidsselectie in de DSM setup.
Kopieer de volgende bestanden naar een lege microSD kaart
rayatom.autorun.00.sh.sig
rayatom.autorun.00
DSM300_BTLD_v518.pkg
Zorg ervoor dat de DSM uitgeschakeld is.
Verwijder alle huidige microSD kaarten in de kaartlezer van de MFD. Plaats vervolgende de microSD kaart met de software-update files in het SD1 of SD2 kaartslot (bij a-series is er maar één kaartslot beschikbaar). Zet uw MFD aan en na een enkele ogenblikken zullen de software-update bestandenworden herkend en zal het volgende op uw scherm verschijnen.
Zet uw DSM aan en na een enkele ogenblikken zullen de software-upgrade bestanden worden herkend en zal automatisch de MFD verder de remote software update uitvoeren zonder dat enige actie van de gebruiker wordt verlangd.
Zodra de update utility dit aangeeft dient u de microSD kaart uit het kaartslot te verwijderen en op OK te drukken zodat de MFD zal herstarten.
Wacht totdat de MFD is opgestart en het scherm LIMITATIONS ON USE getoond wordt. Zet dan de DSM300 uit (haal de spanning eraf) en zet deze dan weer aan.
Verwijder het DSM300_BTLD_v518.pkg bestand van de microSD kaart en kopieer nu het DSM300_APP_v420.pkg bestand naar de microSD kaart.
Herhaal stap 1 t/m 6 om het complete software update proces te voltooien.
Controleer tot slot of de DSM correct werkt i.c.m. de MFD en de transducer. Denk er ook aan om de diepte-offset, het transducertype en snelheidsselectie te checken.
Raymarine compatibiliteitstabel
Disclaimer: Houdt u er rekening mee dat, net als met elke andere software-update, Raymarine deze remote software update NIET vergoedt tenzij anders in overleg met Raymarine NL overeengekomen. Bovendien is het proces en de stabiliteit van de remote update geheel voor risico van de gebruiker en kan Raymarine niet verantwoordelijk gesteld worden voor een uitval van het product gedurende het software-upgrade proces.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Ik wil graag mijn Volvo Penta IPS motor gegevens op mijn klassieke E120 weergeven. Echter worstel ik met het vinden van de juiste interface combinatie om het allemaal te laten werken. Ik heb begrepen dat ik SeaTalkNG backbone moet gebruiken en de hieronder staande items moet aanschaffen.
Het lijkt erop dat alle onderdelen die nodig zijn voor een werkende SeaTalkNG netwerk inclusief de (vaak vergeten) terminators. De backbone is compleet en wordt van spanning voorzien met de A06049. Je kan ook de E-serie Classic MFD met een Raymarine STNG adapterkabel naar Classic E-serie (A0606) aansluiten met de spurverbindig op het SeaTalkNG backbonenetwerk (op 1 van de vrije poorten van de 5-weg connector).
Wat er nog mist is een connectie van de motor naar het SeaTalkNG netwerk. Je zal een SeaTalkNG netwerk koppeling moeten maken met een DeviceNet-adapterkabel om de Volvo-gateway aan te sluiten op de SeaTalkNG backbone.
Raymarine heeft hiervoor een SeaTalkng naar DeviceNet Male (A06046), een SeaTalkng naar DeviceNet Female adapterkabels (A06045) en een Stripped End Spur kabel (A06044). Met deze kabels kunnen verbindingen gemaakt worden met NMEA 2000-apparaten van andere merken.
Om goed van start te gaan om de gegevens op de E-serie Classic MFD te krijgen, wordt het aanbevolen dat de MFD is bijgewerkt met de nieuwste E-serie Classic MFD software. Als dat zo is, dan is er geen extra configuratie van de MFD nodig. Het enige dat moet worden geconfigureerd is het aantal motoren.
Gateway tussen J1939 en NMEA-2000
Sommige motoren kunnen direct op het SeaTalkNG netwerk worden aangesloten, maar sommige motoren hebben een gateway nodig die de NMEA-2000 vertaalt naar J1939 en anders om.
Mocht je overwegen om deze gateway te gaan gebruiken controleer altijd (vanuit de scheepswerf) of vanaf internet. Niet alle motoren hebben deze optie.
Raymarine ECI-100 NMEA2000 J1939 converter
De nieuwse oplossing (eind 2013) is de speciaal door Raymarine ontwilkkeld de ECI-100 NMEA2000 J1939 converter. De ECI-100 NMEA2000 J1939 converter heeft bestelnummer en prijs: E70227
De Raymarine ECI-100 zorgt voor een envoudige integratie om motorgegevens uit te wisselen op de nieuwe Raymarine MFD (radar, kaartplotter en fishfinders). Dit zijn de a-serie, e-serie, c-serie en gS-serie kaartplotters.
De kleine ECI-100 maakt rechtstreeks verbinding met de industrie-standaard NMEA2000 of SAE (Society of Automotive Engineers standaard) J1939 Motor gegevens. Deze data-bus wordt gebruikt door de grote scheepsmotor fabrikanten waaronder:
Volvo Penta
Yamaha Marine (alleen Command Link Plus)
Caterpillar
Yanmar Marine
Met de industrie standaard, DeviceNet-poort, verbind je met deze ECI-100 de fabrikant-specifieke CAN-bus bekabeling. De ECI-100 wordt vervolgens aangesloten op het NMEA2000 netwerk met behulp van SeaTalkng bekabeling. De poorten van de poorten ECI-100’s zijn geïsoleerde, hiermee is er een galvanische scheiding tussen de motor en het navigatienetwerk.
Zorg er voor dat je de laatste firmware op het display hebt, dat is echt nodig.
ECI-100 Motor gegevens Parameters
Motortoerental
Transmissie olietemperatuur
Motorolietemperatuur
Brandstoftank niveau
Motor temperatuur
Trip gebruikte brandstof (berekend door ECI-100)
Motoroliedruk
Dynamo potentiële
koelvloeistof druk
Draaiuren totaal
Motor brandstof tarief
Engine percentage belasting
Boost druk
Versnellingsindicator
Batterij potentiële
VIN (niet op het display weergegeven)
Transmissie oliedruk
Software nummer (niet op het display weergegeven)
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.