Antwoord:
Let er goed op dat je een compleet SeaTalkNG netwerk maakt. Dit betekent dat er maximaal twee blauwe eindpluggen in een netwerk kunnen zitten. Onthoud dat de blauw/zwarte signaalkabel het werk moet verrichten. Deze kabel heet de Backbone en heeft blauwe connectoren. De maximale afstand voor één Backbone kabel is 20 meter deze kan verlengt worden.
Dit in tegenstelling met de signaalkabel die de instrumenten met elkaar verbind. Deze kabel heet Spur en heeft witte connectoren. De kabel is wit/zwart gemarkeerd en kan per kabel maximaal 5 meter overbruggen. Voor grotere afstanden is het de bedoeling om gebruik te maken van de Backbone kabel. Gebruik de inline converter als data van oudere instrumenten zoals ST40, ST60, ST60+ of andere SeaTalk instrumenten op het nieuwe netwerk moet worden gezet.
(ook ST50 kan, maar dan moet er gesoldeerd worden, lees meer)
De bedoeling van de Spurkabel is interconnectie met andere instrumenten/apparaten. De lengte van deze Spurkabel is zoals eerder gezegd beperkt. De maximale lengte die geleverd kan worden is 5 meter. De kabel en connector zijn zo ontworpen dat de verbindingen waterdicht zijn en de kabel sterk is. Verlengen van een kabel zou je kunnen doen door de kabel door te knippen, te pellen en de signaaladers aan elkaar te solderen en met krimpkous netje weer af te sluiten. Maar zorg er voor dat je niet ver boven de 5 meter gaat komen. Moet je verder kies dan voor een Backbone kabel met eventueel een Raymarine STNG T-stuk voor koppeling spur naar backbone (A06028) of een Raymarine In-line Backbone Spur terminator (A06074).
De bedoeling van de Backbonekabel is data en voeding overbrengen over langere afstanden. De kabel en connector zijn zo ontworpen dat de verbindingen waterdicht zijn en de kabel sterk is. Je zal deze Backbone dus eigenlijk moeten gebruiken bij afstanden langer dan 5 meter. Je kan net zoals bij de Spurkabel de Backbonekabel afknippen, pellen en de signaaladers aan elkaar solderen en afsluiten met krimpkous. Probeer het waterdicht te krijgen in natte ruimte (eventueel met vulkaniserende tape). Toch adviseren wij om de originele kabels te gebruiken.
Kan ik een 5-weg connector gebruiken om Spur te verlengen
Nee je kan niet de Raymarine STNG 5-weg connector: 2x Backbone 3x Spur (A06064) gebruiken om een spurkabel te verlengen. Je hebt hiervoor de backbone nodig. In de onderstaande schema is duitdelijk te zien dat er vier eindpluggen in het netwerk zit, en de vuistregel is dat dit maximaal 2 mogen zijn.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Raymarine heeft een netwerk ontwikkeld om instrumenten gegevens met elkaar uit te wisselen. Hieronder een uitleg van het nieuwe Raymarine SeaTalkNG netwerk. Het oude netwerksysteem heet SeaTalk maar dat is niet snel genoeg voor de huidige dataoverdracht. Om meer data te versturen is er gekozen voor een (CAN) bus/NMEA2000 systeem dat ook gebuikt wordt in de industrie.
Het NMEA2000 systeem wordt al langere tijd gebruikt bij andere merken en heet DeviceNet. DeviceNet heeft een standaard connector met een wartel en zijn waterdicht.
Om ervoor te zorgen dat oude instrumenten nog gebruik kunnen maken van deze bekabeling heeft Raymarine besloten om 1 extra signaalader (dat is dus het oude SeaTalk) toe te voegen in de kabel. Dit is het SeaTalkNG-netwerk geworden. DeviceNet heeft 5 pinnen en STNG heeft 6 pinnen. Hierdoor hebben Raymarine zijn eigen connectoren met 1 extra pin, dit is de spurkabel.
Blokschema van het Raymarine SeaTalkNG netwerk
In dit plaatje is te zien hoe het Raymarine SeaTalk Next generation is opgebouwd.
Eigenlijk is het heel simpel, alles draait om de zogenaamde backbone. Dit is de kabel die de langste afstanden moet overbruggen. Alle apparaten worden op deze bus aangesloten met een spurkabel.
Alles kan aangesloten worden op deze databus. Bijvoorbeeld oude SeaTalk instrumenten (ST40, ST50, ST60) met een converter, nieuwe instrumenten zoals Axiom ST60+ serie, fishfinders, plotters A-serie C-serie E-serie, Radar, motorgegevens, etc.
Regels vanuit Raymarine die je moet handhaven
Er moeten 2 Terminators op het einde van het netwerk zitten
Een aantal stuurcomputers hebben de mogelijkheid om 12V op het STNG netwerk te zetten, zoals de ACU200 (de ACU100 kan dat niet)
Als de afstand van het begin van het netwerk tot aan het eind te lang wordt, dan kan het zijn dat er te weinig vermogen over is voor de GPS antenne aan het eind. Je kan dan aan het eind nog een keer 12V injecteren, of je zorgt er voor dat de 12V in het midden van het netwerk wordt aangesloten.
Om nieuwe instrumenten aan te sluiten op het Raymarine SeaTalkNG zijn er alleen maar t-stukken nodig en de zo genoemde spurkabels. Er zijn ook spur-aftakblokken van 5 aansluitingen. Dit is de STNG 5-weg connector en heeft 2x backbone en 3x spur aansluiting. Deze heeft bestelnummer en prijs: A06064.
Radarbeeld
Het radarbeeld gaat NIET over het STNG-netwerk. Dit gaat over het Raymarine SeaTalkHS netwerk. HS staat voor High Speed. Dit heet ook Raynert, dit is een UTP netwerk.
Voedingen van het netwerk
De voeding voor het datanetwerk komt of van de stuurautomaat (Raymarine SPX) of via een voedingskabel die op de backbone wordt aangesloten. Echt heel simpel allemaal. Vergeet niet de schakelaar op de stuurcomputer op POWER SEATALK te zetten.
Als er genoeg schakelaars zijn, dan zou ik de stuurautomaat en de instrumenten apart voeden. Stel dat de stuurautomaat defect raakt, dan heb je nog steeds de gegevens op werkende instrumenten. En de plotter! Als het even kan moet de voeding in het midden van de gebruikers zitten. Zie plaatje hieronder.
Voorwerk bij het installeren
Zorg er voor dat de backbone langs alle gevers, stuurautomaat en instrumenten loopt, denk daar eerst even over na. Simpel gezegd, laat de backbone het meeste werk doen, en tak pas af bij een zo kort mogelijke SPUR.
Verschil in Spur en Backbone
De kabels kunnen niet verkeerd aangesloten worden. De Spurkabels zijn zwart met wit gestreept en de Backbonekabel is blauw. Ook kan je het verschil zien aan het aantal aansluitingen. De spur heeft 6 aansluitingen en de backbone heeft 5.
Hier een link naar een overzicht van alle kabels, verlopen, connectoren:
https://www.raymarine-shop.nl/producten/netwerk-bekabeling/netwerk-seatalkng/
De backbone is de drager van het netwerk en kan grote afstanden overbruggen. Je kan het zo zien je legt van voor naar achter een backbone en takt hem af voor de gevers, plotters etc. Dat kan met een t-stuk zoals hieronder wordt uitgelegd. De maximale lengte per kabel is 20 meter, deze kan je verlengen.
Er is 1 regel die in acht moet worden gehouden, dat is dat er een terminator aan het eind van de backbone moet worden aangesloten… Altijd. Deze Raymarine STNG Terminator heeft bestelnummer en prijs: A06031
T-Stuk, 5-weg blok SeaTalkNG
Om het STNG netwerk te kunnen aftakken naar een dieptegever kan je een T-stuk gebruiken. Heb je meer aansluitingen nodig, dan kan je een 5-wegblok gebruiken. Er zijn ook kits met voeding, 5-weg en kabels