Wat is het Raymarine SeaTalk HS of wel High Speed netwerk. Dit Raymarine SeaTalk HS netwerk wordt voornamelijk gebruikt om veel gegevens te versturen. Dit zijn meestal beelden van Raymarine plotters naar elkaar of beelden van een fishfinder naar een plotter. Met het Raymarine SeaTalk HS netwerk kan je 2 dingen doen:
Raymarine instrumenten met elkaar verbinden
Raymarine transucers en Radar antennes aansluiten
Hoe ziet het Raymarine SeaTalk HS High Speed er uit
De bekabeling is gewoon standaard UTP (CAT5) netwerkkabel. De zelfde die gebruikt wordt voor het netwerk thuis. Er zijn speciale kabels voor de Raymarine C-serie en Raymarine E-serie, deze hebben een rubberen afdichting. Voor de G-serie zijn de standaard netwerkkabels te gebruiken.
De snelheid van het het Raymarine SeaTalk HS is 100 Megabit. Om meerdere apparaten aan te sluiten is een (gewone) switch of hub nodig. Er wordt standaard een Raymarine SeaTalk 1.5 meter geleverd bij een Raymarine E80 and Raymarine E120 display.
Apparatuur aansluiten op een Raymarine SeaTalk HS netwerk
Er zijn 2 mogelijkheden om apparaten aan te sluiten
Twee Raymarine SeaTalk HS apparaten aansluiten
Meer dan twee Raymarine SeaTalk HS apparaten aansluiten
Bij twee Raymarine SeaTalk HS apparaten kan je gebruik maken van een crosscable kabel of je maak gebruik van de Raymarne SeaTalkHS Crossover coupler.
Dit komt vaak voor als je bijvoorbeeld een Raymarine HD radar antenne op een Raymarine plotter wilt aansluiten. Dan heb je genoeg aan een crosscable of een Raymarne SeaTalkHS Crossover coupler, deze heeft productnummer en prijs: E55060
Bij meer dan twee Raymarine SeaTalk HS apparaten moet je gebruik maken van een Raymarine SeaTalkHS netwerk switch (Hub). Raymarine SeaTalkHS netwerk switch (Hub) heeft bestelnummer en prijs: E55058. En ja ook hier geldt: dit is een standaard UTP netwerkswitch die je thuis ook hebt staan.
Voorbeeld van een Raymarine SeaTalk HS High Speed netwerk
In dit plaatje is een Raymarine E-serie netwerk afgebeeld. Hier zie je dat de Radar antenne nog op het de Raymarine E-serie display moet worden aangesloten. Bij het Raymarine E7 Multifunctioneel display hoeft ook dat niet meer. Ook de Radar komt op het Raymarine SeaTalk HS High Speed netwerk.
Producten van het Raymarine SeaTalk HS High Speed netwerk
Raymarine SeaTalkHS netwerk switch (Hub) heeft bestelnummer: E55058
Raymarine SeaTalkHS Crossover coupler heeft bestelnummer: E55060
SeaTalkHS netwerk kabel 1.5 meter heeft bestelnummer: E55049
SeaTalkHS netwerk kabel 5 meter heeft bestelnummer: E55050
SeaTalkHS netwerk kabel 10 meter heeft bestelnummer: E55051
SeaTalkHS netwerk kabel 20 meter heeft bestelnummer: E55052
Raymarine heeft een netwerk ontwikkeld om instrumenten gegevens met elkaar uit te wisselen. Hieronder een uitleg van het nieuwe Raymarine SeaTalkNG netwerk. Het oude netwerksysteem heet SeaTalk maar dat is niet snel genoeg voor de huidige dataoverdracht. Om meer data te versturen is er gekozen voor een (CAN) bus/NMEA2000 systeem dat ook gebuikt wordt in de industrie.
Het NMEA2000 systeem wordt al langere tijd gebruikt bij andere merken en heet DeviceNet. DeviceNet heeft een standaard connector met een wartel en zijn waterdicht.
Om ervoor te zorgen dat oude instrumenten nog gebruik kunnen maken van deze bekabeling heeft Raymarine besloten om 1 extra signaalader (dat is dus het oude SeaTalk) toe te voegen in de kabel. Dit is het SeaTalkNG-netwerk geworden. DeviceNet heeft 5 pinnen en STNG heeft 6 pinnen. Hierdoor hebben Raymarine zijn eigen connectoren met 1 extra pin, dit is de spurkabel.
Blokschema van het Raymarine SeaTalkNG netwerk
In dit plaatje is te zien hoe het Raymarine SeaTalk Next generation is opgebouwd.
Eigenlijk is het heel simpel, alles draait om de zogenaamde backbone. Dit is de kabel die de langste afstanden moet overbruggen. Alle apparaten worden op deze bus aangesloten met een spurkabel.
Alles kan aangesloten worden op deze databus. Bijvoorbeeld oude SeaTalk instrumenten (ST40, ST50, ST60) met een converter, nieuwe instrumenten zoals Axiom ST60+ serie, fishfinders, plotters A-serie C-serie E-serie, Radar, motorgegevens, etc.
Regels vanuit Raymarine die je moet handhaven
Er moeten 2 Terminators op het einde van het netwerk zitten
Een aantal stuurcomputers hebben de mogelijkheid om 12V op het STNG netwerk te zetten, zoals de ACU200 (de ACU100 kan dat niet)
Als de afstand van het begin van het netwerk tot aan het eind te lang wordt, dan kan het zijn dat er te weinig vermogen over is voor de GPS antenne aan het eind. Je kan dan aan het eind nog een keer 12V injecteren, of je zorgt er voor dat de 12V in het midden van het netwerk wordt aangesloten.
Om nieuwe instrumenten aan te sluiten op het Raymarine SeaTalkNG zijn er alleen maar t-stukken nodig en de zo genoemde spurkabels. Er zijn ook spur-aftakblokken van 5 aansluitingen. Dit is de STNG 5-weg connector en heeft 2x backbone en 3x spur aansluiting. Deze heeft bestelnummer en prijs: A06064.
Radarbeeld
Het radarbeeld gaat NIET over het STNG-netwerk. Dit gaat over het Raymarine SeaTalkHS netwerk. HS staat voor High Speed. Dit heet ook Raynert, dit is een UTP netwerk.
Voedingen van het netwerk
De voeding voor het datanetwerk komt of van de stuurautomaat (Raymarine SPX) of via een voedingskabel die op de backbone wordt aangesloten. Echt heel simpel allemaal. Vergeet niet de schakelaar op de stuurcomputer op POWER SEATALK te zetten.
Als er genoeg schakelaars zijn, dan zou ik de stuurautomaat en de instrumenten apart voeden. Stel dat de stuurautomaat defect raakt, dan heb je nog steeds de gegevens op werkende instrumenten. En de plotter! Als het even kan moet de voeding in het midden van de gebruikers zitten. Zie plaatje hieronder.
Voorwerk bij het installeren
Zorg er voor dat de backbone langs alle gevers, stuurautomaat en instrumenten loopt, denk daar eerst even over na. Simpel gezegd, laat de backbone het meeste werk doen, en tak pas af bij een zo kort mogelijke SPUR.
Verschil in Spur en Backbone
De kabels kunnen niet verkeerd aangesloten worden. De Spurkabels zijn zwart met wit gestreept en de Backbonekabel is blauw. Ook kan je het verschil zien aan het aantal aansluitingen. De spur heeft 6 aansluitingen en de backbone heeft 5.
Hier een link naar een overzicht van alle kabels, verlopen, connectoren:
https://www.raymarine-shop.nl/producten/netwerk-bekabeling/netwerk-seatalkng/
De backbone is de drager van het netwerk en kan grote afstanden overbruggen. Je kan het zo zien je legt van voor naar achter een backbone en takt hem af voor de gevers, plotters etc. Dat kan met een t-stuk zoals hieronder wordt uitgelegd. De maximale lengte per kabel is 20 meter, deze kan je verlengen.
Er is 1 regel die in acht moet worden gehouden, dat is dat er een terminator aan het eind van de backbone moet worden aangesloten… Altijd. Deze Raymarine STNG Terminator heeft bestelnummer en prijs: A06031
T-Stuk, 5-weg blok SeaTalkNG
Om het STNG netwerk te kunnen aftakken naar een dieptegever kan je een T-stuk gebruiken. Heb je meer aansluitingen nodig, dan kan je een 5-wegblok gebruiken. Er zijn ook kits met voeding, 5-weg en kabels