Antwoord:
Let er goed op dat je een compleet SeaTalkNG netwerk maakt. Dit betekent dat er maximaal twee blauwe eindpluggen in een netwerk kunnen zitten. Onthoud dat de blauw/zwarte signaalkabel het werk moet verrichten. Deze kabel heet de Backbone en heeft blauwe connectoren. De maximale afstand voor één Backbone kabel is 20 meter deze kan verlengt worden.
Dit in tegenstelling met de signaalkabel die de instrumenten met elkaar verbind. Deze kabel heet Spur en heeft witte connectoren. De kabel is wit/zwart gemarkeerd en kan per kabel maximaal 5 meter overbruggen. Voor grotere afstanden is het de bedoeling om gebruik te maken van de Backbone kabel. Gebruik de inline converter als data van oudere instrumenten zoals ST40, ST60, ST60+ of andere SeaTalk instrumenten op het nieuwe netwerk moet worden gezet.
(ook ST50 kan, maar dan moet er gesoldeerd worden, lees meer)
De bedoeling van de Spurkabel is interconnectie met andere instrumenten/apparaten. De lengte van deze Spurkabel is zoals eerder gezegd beperkt. De maximale lengte die geleverd kan worden is 5 meter. De kabel en connector zijn zo ontworpen dat de verbindingen waterdicht zijn en de kabel sterk is. Verlengen van een kabel zou je kunnen doen door de kabel door te knippen, te pellen en de signaaladers aan elkaar te solderen en met krimpkous netje weer af te sluiten. Maar zorg er voor dat je niet ver boven de 5 meter gaat komen. Moet je verder kies dan voor een Backbone kabel met eventueel een Raymarine STNG T-stuk voor koppeling spur naar backbone (A06028) of een Raymarine In-line Backbone Spur terminator (A06074).
De bedoeling van de Backbonekabel is data en voeding overbrengen over langere afstanden. De kabel en connector zijn zo ontworpen dat de verbindingen waterdicht zijn en de kabel sterk is. Je zal deze Backbone dus eigenlijk moeten gebruiken bij afstanden langer dan 5 meter. Je kan net zoals bij de Spurkabel de Backbonekabel afknippen, pellen en de signaaladers aan elkaar solderen en afsluiten met krimpkous. Probeer het waterdicht te krijgen in natte ruimte (eventueel met vulkaniserende tape). Toch adviseren wij om de originele kabels te gebruiken.
Kan ik een 5-weg connector gebruiken om Spur te verlengen
Nee je kan niet de Raymarine STNG 5-weg connector: 2x Backbone 3x Spur (A06064) gebruiken om een spurkabel te verlengen. Je hebt hiervoor de backbone nodig. In de onderstaande schema is duitdelijk te zien dat er vier eindpluggen in het netwerk zit, en de vuistregel is dat dit maximaal 2 mogen zijn.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
In het verleden waren de ontwikkelaars niet in de gelegenheid om een bestaande programma’s van een instrument aan te passen. Maar dit is veranderd. Net zoals bij APPs op de mobiel is het mogelijk om de firmware of software van de instrumenten aan te passen. Als iets goed is getest en geprogrammeerd zou het eigenlijk niet nodig zijn om bestaande software te moeten aanpassen. Echter om dat er nieuwe opties later worden bedacht kunnen die door een upgrade van de software of firmware nu wel worden toegevoegd. Je kan dit zelf uitvoeren, maar als je twijfels hebt, kan je ook bij een gecertificeerde Raymarine installateur of servicedealer terecht.
Lees alles, of begin er niet aan.
Updaten van Raymarine MFD kaartplotters
Voor de MFD (multi functional device) van Raymarine zijn er inmiddels al een paar updates beschikbaar. Voor de Raymarine MFD e7 kaartplotter/radar/fishfinder instument was er eerder een update te krijgen, lees hier meer.
Als je de MFD wilt updaten (hoeft niet per sé), in het kort:
Koop een 2 lege uSD kaarten, gebruik NOOIT de Navionics kaart.
Op 1e SDkaart, maak een backup van de bestaande configuratie gegevens, klik hier.
Op 1e SDkaart, maak een backup van waypoints, routes en tracks, klik hier.
Let er op dat je de LOG-files wel kwijt bent, die kan je voor zover ik weet niet opslaan.
Op 2e SDkaart, download de nieuwste versie (kies de juiste voor het apparaat).
Update de kaartplotter volgens deze stappen, klik hier.
Updaten van een Raymarine p70R instrument
Okee, de kaartploter kan worden geüpdatet, maar hoe moet ik nu bijvoorbeeld een Raymarine p70R instrument updaten, daar zit geen slot in om een SD kaart te plaatsen.
Raymarine biedt gebruikers de mogelijkheid om via de nieuwe series MFD kaartplotters (a, c, e of gS) een extern apparaat te voorzien van een nieuwe software versie. Hiervoor is de zogenaamde Remote Software Utility geschreven. Er zijn een tweetal remote upgrade bestanden nodig om deze upgrade uit te kunnen voeren. Dit wordt hieronder beschreven.
Let op: Er zijn twee versies van de software die kan draaien op jouw MFD (kaartplotter). Je hebt softwareversie tot en met V6 en er is een softwareversie vanaf V7. Helaas is het zo dat deze versies hun eigen Remote upgrade bestanden nodig hebben. Dus: als je een Versie6 hebt, dan zal je de link voor V6-download moeten kiezen, als je een Versie7 hebt, dan zal je de V7-download moeten kiezen. In het overzicht hieronder kan je zien welke versies er zijn:
Op de software-pagina van de Raymarine website kan je deze downloaden:
Kijk hier maar eens: Software
Als je op deze pagina kijkt, dan zie je bij “Autopilots” de beschikbare updates:
Wij klikken nu op de p70R (naam of plaatje) en schieten naar een volgende pagina, zie het plaatje hieronder. In dit plaatje is te zien dat de Raymarine p70R te upgraden is met de A-serie, E-serie, G-serie en de nieuwe a-c-e-gS serie. Helaas niet met de C-serie classic.
Hier is duidelijk te zien dat je nu moet kiezen voor de juiste softwareversie van jouw apparaat.
Tip: Zorg er voor dat jouw MFD kaartplotter/radar/fishfinder op de laatst beschikbare versie draait. Dit wordt ook aanbevolen door Raymarine.
Voorbeeld upgrade van een Raymarine P70R
Het proces om via een MFD software te updaten via SeaTalkng of SeaTalkhs verbonden Raymarine producten is in menu’s zichtbaar anders en ook in procedure helemaal anders dan via voorgaande Classic en Widescreen multifunctionele displays producten.
Om een software-update uit te kunnen voeren voor een p70R instrument moet MFD (jouw kaartplotter, bijvoorbeeld de e7) tenminste voorzien zijn van Lighthouse versie 4 software (of hoger).
Daarnaast heb je een microSD-kaart nodig met een maximale capaciteit van 32GB. Op deze kaart worden de upgrade utility files gezet en bestand voor het betreffende SeaTalkng/SeaTalkhs product. Kijk hier voor het verschil tussen SeaTalkNG en SeaTalkHS.
(toch even voor de laatste keer: gebruik NIET de Navionics kaart, haal die er desnoods even uit)
We gaan verder met waarschuwingen: het gebruik van het software-updaten via het multifunctionele display komt met restricties: Raymarine adviseert de software-update bij voorkeur uit te voeren in een werkplaatsomgeving en te zorgen voor een directe en korte SeaTalkng/SeaTalkhs-verbinding tussen MFD en het product, zonder mogelijke storingen vanuit een uitgebreid netwerksysteem. Wat ze bedoelen is dat het systeem en het data-netwerk goed moet werken en niet door bijvoorbeeld een startende motor wordt onderbroken. Doe dit in de haven, met volle accu’s, zorg er voor dat de spanning op de instrumenten blijft en neem de tijd.
MAAR, bij het updaten van een stuurautomaat (wordt niet behandeld in dit artikel) zoals SPX10, 30, SOL, CAN of ACU200, 300 of 400 waarbij de koerscomputer of ACU de spanning voorziet naar de STng backbone is het héél belangrijk tijdens de upgrade de STng backbone separaat te voeden en niet via de koersomputer of ACU! Zorg er dus voor dat je het SeaTalkNG netwerk extern voed met bijvoorbeeld: Raymarine STNG Voedingskabel 1 meter naar 12V A06049
En bij het updaten van de Raymarine Inline converter SeaTalk 1 naar SeaTalk NG(Shop E22158) moeten alle netwerk componenten losgekoppeld worden. (wordt niet behandeld in dit artikel).
Dus alleen de MFD met de inline converter met terminators en voeding, verder niets.
En bij het updaten van de Raymarine multipod ITC-5 Converter(Shop E70010) moeten alle netwerk componenten losgekoppeld worden. Dus alleen de MFD met de inline converter met terminators en voeding, en deze iTC-5 transducer multipod verder niets.
En bij het updaten van de Raymarine i70 Multifunctioneel Kleuren display(Shop E22172) geldt: indien de applicatie software < v1.08 dan eerst de boot loader updaten. En eventueel aanwezige ST70+ instrumenten los koppelen van de STng-bus.
Raymarine instrumenten die te upgraden zijn
Op dit moment zijn er updates beschikbaar voor deze instrumenten :
Het wordt ten zeerste aanbevolen om het product dat wordt ge-update (target product) te isoleren door alle andere producten uit het SeaTalkng / SeaTalkhs kabelnetwerk die niet worden ge-update los te koppelen. Zie de opmerkingen in de onderstaande compatibiliteitstabel. Of als je vertrouwen hebt in de installatie, dan kan je overwegen om dit aan boord te doen, in alle rust.
Update met gebruik van SeaTalkNG
In dit geval heb je de Raymarine p70R en de Raymarine a-c-e serie MFD uit de boot gehaald en meegenomen naar huis. In dit geval heb je een minimaal SeaTalkNG netwerkje nodig, dat betekent dat je thuis componenten moet hebben. En vergeet niet dat je de MFD én het SeaTalkNG netwerk moet voeden met 12V. Dit kan op veel manieren, en je zal een aantal netwerkcomponenten moeten aanschaffen. Of als je vertrouwen hebt in de installatie, dan kan je overwegen om dit aan boord te doen. Als de spanning weg valt dan kan het zijn dat het instrument niet meer wil opstarten, zorg dus voor een (erg) betrouwbare voedingsvoorziening.
Update met gebruik van SeaTalkHS
Sommige apparaten zoals de sonar, zijn aangesloten via de UTP-verbinding SeaTalkHS. Als het uitvoeren van de remote update via de Ethernet-verbinding moet, dan is het noodzakelijk om een SeaTalkhs / Raynet dataverbinding tussen het multifunctionele display en het target product te maken. Hieronder is een afbeelding van een voorbeeld. Hier geldt dat het doel (de sonar) haar eigen voeding heeft om een eigen herstart te
kunnen maken (wanneer noodzakelijk) in het proces. Of als je vertrouwen hebt in de installatie, dan kan je overwegen om dit aan boord te doen.
Data op de microSD-kaart zetten
Op de microSD-kaart dienen de volgende bestanden te worden gekopieerd. Plaats deze bestanden niet in een map maar in de root directory van de microSDkaart.
de microSD moet leeg zijn, geen andere bestanden (andere firmwares!)
de beide upgradebestanden: rayatom.autorun00.sh.sig en rayatom.autorun.00.sh
en zoals hierboven beschreven download de juiste versie: V6 of V7 !
de software voor het product (Raymarine p70R)
Opmerking: zorg dat er verder geen andere bestanden op de microSD-kaart staan die niets met de softwareupgrade te maken hebben. Voor sommige producten bestaat de software-update uit twee bestanden: een bootloader-file en een application-file.
Het is alleen mogelijk één software-bestand per keer te uploaden. Dus de microSD-kaart alleen kan worden gevuld (naast de beide upgradebestanden) met één doel softwarebestand (die voor de p70R in dit geval).
Dus bijvoorbeeld of alleen de bootloader-file of alleen de application-file.
De SeaTalkNG sofware update
Hier komt de daadwerkelijke update. Om de software update van een i70 instrument kan het nodig zijn om twee bestanden naar het doel product te uploaden; dus zowel bootloader- als ook de application-softwarefiles, dit geld ook voor de p70R, zoals hieronder getoond:
Kopieer de volgende bestanden naar een lege microSD kaart rayatom.autorun.00.sh.sig rayatom.autorun.00.sh i70_Bootloader_1_01.pkg
Voorzie de SeaTalkng backbone van 12V voeding waardoor zowel de SeaTalkng bus als het instrument aan gaan. Zorg dat de MFD uitgeschakeld blijft!
Verwijder alle huidige microSD kaarten in de kaartlezer van de MFD. Plaats vervolgende de microSDkaart met de software-upgrade files in het SD1 of SD2 kaartslot (bij a-series is er maar één kaartslot beschikbaar).
Zet de MFD aan en na een enkele ogenblikken zullen de softwareupgrade bestanden worden herkend en zal automatisch de MFD verder de remote software update uitvoeren zonder dat enige actie nodig is.
De update utility zal zelf zoeken naar het correcte product, in dit het plaatje hierboven een i70 Instrument, maar geldt ook voor een p70R. Zodra het target product is gelokaliseerd zal de software automatisch worden gedownload. Indien er meerdere i70’s op de aanwezige SeaTalkng bus aanwezig zijn die ook een update behoeven zal het proces automatisch doorgaan totdat alle i70’s zijn voorzien van de upgrade.
Zodra de update utility dit aangeeft dient de microSD kaart uit het kaartslot te worden gehaald en op OK te drukken om de MFD te herstarten.
Verwijder het i70_Bootloader_1_01.pkg bestand van de microSD kaart en kopieer nu het i70_Instrument_1_25.pkg bestand naar de microSD kaart.
Herhaal stap 1 t/m 6 om het complete software update proces te voltooien.
De SeaTalkNG sofware update
In dit voorbeeld wordt een software update van een DSM300 fishfinder uitgevoerd. Het kan nodig zijn dat twee bestanden naar het doel moeten te uploaden; dus zowel bootloader- als ook de application-softwarefiles, zoals hieronder getoond:
Tip: Noteer vooraf diepte-offset, het transducertype en snelheidsselectie in de DSM setup.
Kopieer de volgende bestanden naar een lege microSD kaart
rayatom.autorun.00.sh.sig
rayatom.autorun.00
DSM300_BTLD_v518.pkg
Zorg ervoor dat de DSM uitgeschakeld is.
Verwijder alle huidige microSD kaarten in de kaartlezer van de MFD. Plaats vervolgende de microSD kaart met de software-update files in het SD1 of SD2 kaartslot (bij a-series is er maar één kaartslot beschikbaar). Zet uw MFD aan en na een enkele ogenblikken zullen de software-update bestandenworden herkend en zal het volgende op uw scherm verschijnen.
Zet uw DSM aan en na een enkele ogenblikken zullen de software-upgrade bestanden worden herkend en zal automatisch de MFD verder de remote software update uitvoeren zonder dat enige actie van de gebruiker wordt verlangd.
Zodra de update utility dit aangeeft dient u de microSD kaart uit het kaartslot te verwijderen en op OK te drukken zodat de MFD zal herstarten.
Wacht totdat de MFD is opgestart en het scherm LIMITATIONS ON USE getoond wordt. Zet dan de DSM300 uit (haal de spanning eraf) en zet deze dan weer aan.
Verwijder het DSM300_BTLD_v518.pkg bestand van de microSD kaart en kopieer nu het DSM300_APP_v420.pkg bestand naar de microSD kaart.
Herhaal stap 1 t/m 6 om het complete software update proces te voltooien.
Controleer tot slot of de DSM correct werkt i.c.m. de MFD en de transducer. Denk er ook aan om de diepte-offset, het transducertype en snelheidsselectie te checken.
Raymarine compatibiliteitstabel
Disclaimer: Houdt u er rekening mee dat, net als met elke andere software-update, Raymarine deze remote software update NIET vergoedt tenzij anders in overleg met Raymarine NL overeengekomen. Bovendien is het proces en de stabiliteit van de remote update geheel voor risico van de gebruiker en kan Raymarine niet verantwoordelijk gesteld worden voor een uitval van het product gedurende het software-upgrade proces.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Ik wil graag mijn Volvo Penta IPS motor gegevens op mijn klassieke E120 weergeven. Echter worstel ik met het vinden van de juiste interface combinatie om het allemaal te laten werken. Ik heb begrepen dat ik SeaTalkNG backbone moet gebruiken en de hieronder staande items moet aanschaffen.
Het lijkt erop dat alle onderdelen die nodig zijn voor een werkende SeaTalkNG netwerk inclusief de (vaak vergeten) terminators. De backbone is compleet en wordt van spanning voorzien met de A06049. Je kan ook de E-serie Classic MFD met een Raymarine STNG adapterkabel naar Classic E-serie (A0606) aansluiten met de spurverbindig op het SeaTalkNG backbonenetwerk (op 1 van de vrije poorten van de 5-weg connector).
Wat er nog mist is een connectie van de motor naar het SeaTalkNG netwerk. Je zal een SeaTalkNG netwerk koppeling moeten maken met een DeviceNet-adapterkabel om de Volvo-gateway aan te sluiten op de SeaTalkNG backbone.
Raymarine heeft hiervoor een SeaTalkng naar DeviceNet Male (A06046), een SeaTalkng naar DeviceNet Female adapterkabels (A06045) en een Stripped End Spur kabel (A06044). Met deze kabels kunnen verbindingen gemaakt worden met NMEA 2000-apparaten van andere merken.
Om goed van start te gaan om de gegevens op de E-serie Classic MFD te krijgen, wordt het aanbevolen dat de MFD is bijgewerkt met de nieuwste E-serie Classic MFD software. Als dat zo is, dan is er geen extra configuratie van de MFD nodig. Het enige dat moet worden geconfigureerd is het aantal motoren.
Gateway tussen J1939 en NMEA-2000
Sommige motoren kunnen direct op het SeaTalkNG netwerk worden aangesloten, maar sommige motoren hebben een gateway nodig die de NMEA-2000 vertaalt naar J1939 en anders om.
Mocht je overwegen om deze gateway te gaan gebruiken controleer altijd (vanuit de scheepswerf) of vanaf internet. Niet alle motoren hebben deze optie.
Raymarine ECI-100 NMEA2000 J1939 converter
De nieuwse oplossing (eind 2013) is de speciaal door Raymarine ontwilkkeld de ECI-100 NMEA2000 J1939 converter. De ECI-100 NMEA2000 J1939 converter heeft bestelnummer en prijs: E70227
De Raymarine ECI-100 zorgt voor een envoudige integratie om motorgegevens uit te wisselen op de nieuwe Raymarine MFD (radar, kaartplotter en fishfinders). Dit zijn de a-serie, e-serie, c-serie en gS-serie kaartplotters.
De kleine ECI-100 maakt rechtstreeks verbinding met de industrie-standaard NMEA2000 of SAE (Society of Automotive Engineers standaard) J1939 Motor gegevens. Deze data-bus wordt gebruikt door de grote scheepsmotor fabrikanten waaronder:
Volvo Penta
Yamaha Marine (alleen Command Link Plus)
Caterpillar
Yanmar Marine
Met de industrie standaard, DeviceNet-poort, verbind je met deze ECI-100 de fabrikant-specifieke CAN-bus bekabeling. De ECI-100 wordt vervolgens aangesloten op het NMEA2000 netwerk met behulp van SeaTalkng bekabeling. De poorten van de poorten ECI-100’s zijn geïsoleerde, hiermee is er een galvanische scheiding tussen de motor en het navigatienetwerk.
Zorg er voor dat je de laatste firmware op het display hebt, dat is echt nodig.
ECI-100 Motor gegevens Parameters
Motortoerental
Transmissie olietemperatuur
Motorolietemperatuur
Brandstoftank niveau
Motor temperatuur
Trip gebruikte brandstof (berekend door ECI-100)
Motoroliedruk
Dynamo potentiële
koelvloeistof druk
Draaiuren totaal
Motor brandstof tarief
Engine percentage belasting
Boost druk
Versnellingsindicator
Batterij potentiële
VIN (niet op het display weergegeven)
Transmissie oliedruk
Software nummer (niet op het display weergegeven)
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Vraag: Ik wil A50 plotter met C70 plotter koppelen via Seatalk NG to seatalk converter. Wordt de externe via nmea aangeleverde data van zowel AIS als GPS, welke gekoppeld aan A50 via seatalk doorgegeven aan bijvoorbeeld de C70 plotter? Zo nee is dan een seatalk/nmea interface een optie om op bijvoorbeeld de gps NMEA te koppelen aan SeaTalk in C70 en de AIS op de NMEA ingang.
De Raymarine A50 kaartplotter is medio juli 2013 niet meer in productie. De A-serie kaartplotter heeft geen SeaTalk meer, maar heeft alleen NMEA en SeaTalkNG aansluitingen om de navigatiedata van en naar andere instrumenten te krijgen. Let er op dat de A-serie én de C-serie interne GPS ontvangers hebben. Er mogen geen 2 GPS ontvangers in een netwerk actief zijn, dus moet je in het menu van de kaartplotter de GPS ontvanger (met het slechtste ontvangst signaal) uit zetten.
Je kan de NMEA poorten gebruiken, maar de kaartplotters zijn geen bridges tussen NMEA en SeaTalk. Daarbij komt bij dat de Raymarine SeaTalk/NMEA interface box sinds augustus 2013 niet meer in productie is. Op poort 1 kan je de A50 aansluiten. Op poort 2 kan je de AIS aansluiten.
A50 kaartplotter zonder sonarA50 kaartplotter zonder sonar
Het beste is gebruik te maken van de SeaTalkNG aansluiting op de Raymarine A50 en de C70. Deze kunnen dan de data uitwisselen (niet het kaartbeeld overigens) zoals de GPS en AIS data. Om nu ook deze gegevens van af het SeaTalkNG op het oude SeaTalk netwerk te krijgen (en dus op de ST instrumenten) is de Raymarine Inline converter SeaTalk 1 naar SeaTalk NG nodig.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Hij is eindelijk leverbaar, de Raymarine multipod iTC-5 Converter E70010.
Zoals inmiddels bekend is hebben de nieuwe Raymarine i70 instrumenten geen aansluitingen meer voor de gevers. Ze hebben alleen 2x SeaTalkNG aansluitingen. (2021 let op, de nieuwe i70s heeft maar 1x STNG achterop)
Om toch de verschillende transducers aan te kunnen sluiten is deze Raymarine multipod iTC-5 Converter beschikbaar. Wil je wel de bestaande gevers aansluiten, kijk dan bij de Raymarine i50 (digitaal) en i60(analog) instrumenten.
Voordelen van de Raymarine multipod iTC-5 Converter
Bestaande gevers kan je laten zitten.
De transducer aansluitingen van de Wind, Speed, Depth, Rudder en Compass zitten samen in deze box. (diepte kabel niet inkorten of verlengen)
Kompas transducer (Raymarine fluxgate) gegevens ook zonder stuurautomaat of instrument beschikbaar.
Roerstandgever gegevens ook zonder stuurautomaat of instrument beschikbaar.
Geen losse pods meer noodzakelijk. Dit is dus 1 pod met SeaTalkng (voor de i70), met aansluitingen voor de gevers: snelheidgever, windgever, kompasgever, de roerstandgever en dieptegever in 1 behuizing.
Je hoeft niet alle gevers aan boord te hebben, alleen een roerstandgever is al goed.
Geen stuurautomaat wel een rudder of kompas aan boord
Als je de roerstand wilt aflezen was het voorheen noodzakelijk om een ST60+ roerstand instrument of een stuurautomaat in het netwerk op te nemen.
Hierop wordt de roerstandgever aangesloten en heb je de gegevens op het SeaTalk netwerk.
De lengte van de backbonekabel (blauw) kan je zelf bepalen, klik hier voor een lijst.
Voor grotere schepen waar de windgeverkabel bijvoorbeeld niet in de buurt kan komen van de andere gevers is het mogelijk om een 2e Raymarine multipod iTC-5 Converter te plaatsen. Hier is het duidelijk waarom dit Raymarine SeaTalkNG netwerk zo goed kan functioneren. Je kan alles met elkaar verbinden zolang je de backbone het werk laat doen. Kijk ook eens naar punt (11). Dit is de Inline converter SeaTalk 1 naar SeaTalk NG E22158. Hiermee kan je het nieuwe SeaTalkNG netwerk converteren naar het oude SeaTalk netwerk, in beide richtingen. Deze Inline converter is noodzakelijk als je bijvoorbeeld een afstandsbedining wilt gebruiken, of een Raymarine LifeTag MOB systeem. Deze zijn er namelijk nog niet in een SeaTalkNG uitvoering.
Het Raymarine SeaTalkNG netwerk wordt gebruikt om data tussen instrumenten uit te wisselen. Hieronder een voorbeeld wat wel en niet mag. Let er op dat de voeding van het netwerk niet staat afgebeeld. De voeding kan komen van een SPX stuurautomaat of van het schakelpanneel.
Het is niet mogelijk om de SPX als SeaTalk converter te gebuiken
De meest voorkomende fout (ook de mijne) is er vanuit gaan dat de Raymarine SPX stuurautomaat de SeaTalk en de SeaTalkNG als een brug gaat omzetten. In de onderstaande SeaTalk netwerktekening is te zien dat het SeaTalknetwerk en het SeaTalkNGnetwerk aangesloten zijn op de SPX stuurcomputer. Het zijn nu echt twee gescheiden netwerken. In deze situatie komt de volgende foutmelding op de Raymarine e-7 kaartplotter:
Raymarine Errormelding: “The following devices are blocking orchestration, SPx30 s/n 0123456”
Netwerk met SeaTalk1 en SeaTalkNG converter via SPX
Op deze manier zijn de SeaTalk1 gegevens niet beschikbaar op de stuurautomaat. Sterker nog de stuurautomaat geeft de foutmelding “Seatalk 1 failure”. Dit betekent dat er een data-loop in het systeem zit waardoor er geen SeaTalk gegevens zijn of als er gegevens zijn deze wel eens corrupt kunnen zijn. Niet doen dus.
Wat mag wel met het Raymarine NG netwerk
Er is altijd een backbone nodig, ook al is het voor 1 instrument. In het onderstaande schema is terug te zien dat de backbone gebruikt wordt. Vergeet ook niet dat er terminators te gebruiken. Het SeaTalkng netwerk wordt in onderstaande tekening gevoed door de stuurautomaat (wel de schakelaar omzetten op de stuurcomputer zelf!). Anders moet je het netwerk zelf gaan voeden met een Raymarine STNG Voedingskabel 1 mtr naar 12VDC, deze heeft bestelnummer en prijs: A06049
Netwerk met SeaTalk converter niet via SPX
De enige juiste situatie is het onderstaande SeaTalk netwerk schema. Het kan niet meer lang duren dat de Raymarine stuurautomaten geen SeaTalk1 aansluiting meer zullen hebben. Alles zal dan met elkaar communiceren via de SeatalkNG Next Generation.
Je sluit dus alle (oude) SeaTalk instrumenten aan elkaar, en aan het eind ga je de Raymarine inline converter in.
Let op: het SeaTalk en SeaTalkNG moet gevoed worden met 12V, ik dit geval is de schakelaar op de SPX aangezet en voorziet het datanetwerk van 12V. Als dat niet is gewenst, dan moet er voeding worden gezet op de SeaTalkNG (op een een vrije witte spur connector die zit in het converter pakket, zie hier onder)
Op de de voet van de SeaTalk converter zit een LED. Met deze LED kan je de status zien van het netwerk. In de onderstaande tabel kan je zien wat de status is van de SeaTalk én SeaTalkNG netwerk. De LED knippert met een bepaalde frequentie en slaat soms een puls over.
Als je niet kan beoordelen of er genoeg spanning op het netwerk zit, kan je die controleren aan de hand van het onderse plaatje.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Het kan zijn dat je per ongeluk een dataloop maakt in het Raymarine SeaTalk Next Generation netwerk. Je maakt hier niets mee stuk, maar er kunnen echt hele rare fouten ontstaan. De ene keer lijkt alle in orde, maar dat andere keer heb je een boot snelheid van 1290 knopen. In het onderstaande SeaTalk netwerkschema is te zien dat de SeaTalkNG gegevens levert aan de Raymarine autopilot en dat er ook gegevens via Raymarine SeaTalk word geleverd.
Mocht je soms gekke waarden zien op instrumenten en je hebt een combinatie van Raymarine netwerken zoals SeaTalk met SeaTalkNG. Dan kan je het beste een tekening maken van het netwerk en goed controleren dat er geen data van het ene netwerk dóór een instrument gaat.
Zoals aangegeven in het onderstaande plaatje is met de rode cirkel aangegeven dat er een verbinding is tussen het oude SeaTalk netwerk (rechts) en het SeaTalkNG netwerk (links) via het ST8002 instrument. Het is niet nodig om te voorkomen, maar dit moet worden vermeden.
Als je per ongeluk een dataloop hebt gemaakt, gaat er niets stuk. Je zal in bijna alle gevallen direct een foutmelding krijgen of verkeerde data op de instrumenten zien. Maar soms kan je kan echt de meest gekke waarden krijgen die je op de gekste momenten.
Dataloops in het Raymarine SeaTalk Next Generation netwerk
Datakoppeling tussen SeaTalk en SeaTalkNG
Als je een koppeling moet of wilt maken tussen SeaTalk en SeaTalkNG dan kan je daarvoor een Inline converter gebruiken. Deze Raymarine Inline converter SeaTalk naar SeaTalk NG is er voor gemaakt om instrumenten die SeaTalk gebruiken met instrumenten die de nieuwe SeaTalkNG taal gebruiken te koppelen.
De Raymarine Inline converter heeft bestelnummer en prijs: E22158
De Raymarine AIS500 heeft een ingebouwde NMEA multiplexer, dat is wel belangrijk om te weten. De MNEA multiplexer zorgt er voor dat de gegevens van verschillende bronnen (instrumenten) weer netjes op het NMEA netwerk wordt gezet. En dat scheelt je wel weer een multiplexer.
Links is te zien hoe de Raymarine AIS500 transceiver aangesloten kan worden. Ideaal als je 1 poort al kwijt bent aan bijvoorbeeld een Raymarine C-serie multifunctioneel display.
Maar vergeet niet dat de Raymarine AIS500 klasse B AIS transceiver ook een SeaTalkNG netwerkaansluiting heeft! Dus met 1 spurkabel ben je klaar.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.