Helaas kan een Autohelm ST50 diepte transducer meestal niet op een ST40 diepte instrument worden aangesloten. Je kan het wel proberen al hij werkt heb je geluk. Vergeet niet dat de Raymarine ST40 instrumenten geen watertemperatuur aangeven.
Wel kan een ST30 gever op een ST40 instrument. (en anders om)
Wel kan een Autohelm ST50 gever (heeft 3 draden) op een Raymarine ST60 en ST60+ Plus instrument. (en andersom)
Wel kan er een ST40 diepte transducer aangesloten worden op een ST60+ Plus instrument: Dit zijn alleen de M78717 en de E26027-PZ
Soms kan je geluk hebben dat een Raymarine ST30/ST40 diepte gever wel werkt op een Raymarine ST60+ instrument.
De Raymarine ST30 diepte gever of de Raymarine ST40 diepte gever heeft 2 draden.
De de Raymarine ST50 dieptegever en Raymarine ST60 dieptegever heeft 3 draden.
Toch kan je proberen om de Raymarine ST30/ST40 diepte gever aan te sluiten op een Raymarine ST60 Plus diepte of ST60 Plus tridata instrument. Je sluit de gekleurde kabel op de gekleurde pen en de zwarte op de zwarte. De grijze pen blijft dan leeg. Als je geluk hebt, dan werkt het.
Klik hier voor een overzicht van de Autohelm ST50, Raymarine ST60 en Raymarine ST60+ Plus diepte transducers.
De Raymarine ST50/ST60/ST60+ diepte transducer ziet er zo uit, en heeft bestelnummer: E26030
De Raymarine ST30/ST40 transducer ziet er zo uit, en heeft bestelnummer: E26009
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Raymarine heeft een netwerk ontwikkeld om instrumenten gegevens met elkaar uit te wisselen. Hieronder een uitleg van het nieuwe Raymarine SeaTalkNG netwerk. Het oude netwerksysteem heet SeaTalk maar dat is niet snel genoeg voor de huidige dataoverdracht. Om meer data te versturen is er gekozen voor een (CAN) bus/NMEA2000 systeem dat ook gebuikt wordt in de industrie.
Het NMEA2000 systeem wordt al langere tijd gebruikt bij andere merken en heet DeviceNet. DeviceNet heeft een standaard connector met een wartel en zijn waterdicht.
Om ervoor te zorgen dat oude instrumenten nog gebruik kunnen maken van deze bekabeling heeft Raymarine besloten om 1 extra signaalader (dat is dus het oude SeaTalk) toe te voegen in de kabel. Dit is het SeaTalkNG-netwerk geworden. DeviceNet heeft 5 pinnen en STNG heeft 6 pinnen. Hierdoor hebben Raymarine zijn eigen connectoren met 1 extra pin, dit is de spurkabel.
Blokschema van het Raymarine SeaTalkNG netwerk
In dit plaatje is te zien hoe het Raymarine SeaTalk Next generation is opgebouwd.
Eigenlijk is het heel simpel, alles draait om de zogenaamde backbone. Dit is de kabel die de langste afstanden moet overbruggen. Alle apparaten worden op deze bus aangesloten met een spurkabel.
Alles kan aangesloten worden op deze databus. Bijvoorbeeld oude SeaTalk instrumenten (ST40, ST50, ST60) met een converter, nieuwe instrumenten zoals Axiom ST60+ serie, fishfinders, plotters A-serie C-serie E-serie, Radar, motorgegevens, etc.
Regels vanuit Raymarine die je moet handhaven
Er moeten 2 Terminators op het einde van het netwerk zitten
Een aantal stuurcomputers hebben de mogelijkheid om 12V op het STNG netwerk te zetten, zoals de ACU200 (de ACU100 kan dat niet)
Als de afstand van het begin van het netwerk tot aan het eind te lang wordt, dan kan het zijn dat er te weinig vermogen over is voor de GPS antenne aan het eind. Je kan dan aan het eind nog een keer 12V injecteren, of je zorgt er voor dat de 12V in het midden van het netwerk wordt aangesloten.
Om nieuwe instrumenten aan te sluiten op het Raymarine SeaTalkNG zijn er alleen maar t-stukken nodig en de zo genoemde spurkabels. Er zijn ook spur-aftakblokken van 5 aansluitingen. Dit is de STNG 5-weg connector en heeft 2x backbone en 3x spur aansluiting. Deze heeft bestelnummer en prijs: A06064.
Radarbeeld
Het radarbeeld gaat NIET over het STNG-netwerk. Dit gaat over het Raymarine SeaTalkHS netwerk. HS staat voor High Speed. Dit heet ook Raynert, dit is een UTP netwerk.
Voedingen van het netwerk
De voeding voor het datanetwerk komt of van de stuurautomaat (Raymarine SPX) of via een voedingskabel die op de backbone wordt aangesloten. Echt heel simpel allemaal. Vergeet niet de schakelaar op de stuurcomputer op POWER SEATALK te zetten.
Als er genoeg schakelaars zijn, dan zou ik de stuurautomaat en de instrumenten apart voeden. Stel dat de stuurautomaat defect raakt, dan heb je nog steeds de gegevens op werkende instrumenten. En de plotter! Als het even kan moet de voeding in het midden van de gebruikers zitten. Zie plaatje hieronder.
Voorwerk bij het installeren
Zorg er voor dat de backbone langs alle gevers, stuurautomaat en instrumenten loopt, denk daar eerst even over na. Simpel gezegd, laat de backbone het meeste werk doen, en tak pas af bij een zo kort mogelijke SPUR.
Verschil in Spur en Backbone
De kabels kunnen niet verkeerd aangesloten worden. De Spurkabels zijn zwart met wit gestreept en de Backbonekabel is blauw. Ook kan je het verschil zien aan het aantal aansluitingen. De spur heeft 6 aansluitingen en de backbone heeft 5.
Hier een link naar een overzicht van alle kabels, verlopen, connectoren:
https://www.raymarine-shop.nl/producten/netwerk-bekabeling/netwerk-seatalkng/
De backbone is de drager van het netwerk en kan grote afstanden overbruggen. Je kan het zo zien je legt van voor naar achter een backbone en takt hem af voor de gevers, plotters etc. Dat kan met een t-stuk zoals hieronder wordt uitgelegd. De maximale lengte per kabel is 20 meter, deze kan je verlengen.
Er is 1 regel die in acht moet worden gehouden, dat is dat er een terminator aan het eind van de backbone moet worden aangesloten… Altijd. Deze Raymarine STNG Terminator heeft bestelnummer en prijs: A06031
T-Stuk, 5-weg blok SeaTalkNG
Om het STNG netwerk te kunnen aftakken naar een dieptegever kan je een T-stuk gebruiken. Heb je meer aansluitingen nodig, dan kan je een 5-wegblok gebruiken. Er zijn ook kits met voeding, 5-weg en kabels
De Raymarine Inline converter SeaTalk naar SeaTalk NG heeft bestelnummer en prijs: E22158
Wat doet de Raymarine Inline converter SeaTalk naar SeaTalk NG
Deze Raymarine Inline converter SeaTalk naar SeaTalk NG is er voor gemaakt om instrumenten die de oude SeaTalk (ook wel SeaTalk 1 genoemd) taal gebruiken kunnen communiceren met de instrumenten die de nieuwe SeaTalkNG taal hebben.
Let er op dat de Raymarine stuurrautomaat ook SeaTalk aansluiting heeft en een SeaTalkNG. Het is niet zo dat de Raymarine SPX stuurcomputer deze twee netwerken combineerd! Klik hier voor een uitleg SPX aansluiten.
De converter kit bevat alle benodigde componenten voor de interface met SeaTalk:
NMEA0183: De R52131 kan NMEA0183 verzenden naar een marifoon (of a-serie). Je hebt dan deze kabel nodig: Raymarine STNG naar NMEA0183, 2 meter | A06071. Het is of STNG of NMEA0183. De R52131 is geen NMEA bridge, hij stuurt alleen NMEA naar een apparaat.
Wat zit er in de doos van de Inline converter SeaTalk naar SeaTalk
Raymarine Raystar 125+ SDGPS
Er is ook een set beschikbaar met een GPS die direct als spur op het netwerk zet. Hierbij wordt ook een Raymarine SeaTalk to SeaTalk NG Converter Kit geleverd.
Deze Raymarine Raystar 125+ SDGPS kit is niet meer in productie en niet meer leverbaar bestelnummer: E32119
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Welke radarkabel heb je nodig ter vervanging voor de Raymarine Pathfinder SL70
2kw (analoog)
De Raymarine radar SL70 plus is niet meer leverbaar en had bestelnummer: E52043
De Raymarine SL70 Plus displayunit is dus niet meer leverbaar, maar de radarkabel is nog steeds wel leverbaar. De kabel van de Pathfinder serie kan worden gebruikt. de Pathfinder antenne kabelset – 10 meter (2 kW) Haaks heeft bestelnummer: E55067
Er zijn nog al wat Raymarine diepte transducers te krijgen. Om hier een beetje duidelijkheid in te krijgen is hier een overzicht van geschikte transducers.
Standaard wordt er bij een compleet pakket Raymarine ST60 Plus Diepte instrument met gever een niet uitneembare gever geleverd. Deze niet retractable of uitneembare Raymarine ST60 Plus In-Hull Transducers heeft bestelnummer: E25026-PZ
Klik hier voor een uitleg voor het vervangen van een Raymarine dieptegever voor een Raymarine ST50 diepte instrument.
De beste keuze voor gewoon gebruik
Het is wellicht iets duurder, maar je kan beter een los instrument bestellen met een transducer naar eigen keus. Hieronder staat wat mij betreft de beste keuze. Een los instrument en een retractable of uitneembare diepte transducer.
Het groote voordeel is dat hij uitneembaar is, dus het schip hoeft niet uit het water bij een inspectie van de gever. Maar nog beter (het komt bijna niet voor) bij het vervangen van een defecte gever kan de doorvoerhuid blijven zitten. En geloof mij een goed gelijmde-niet-retractable-massieve-transducer-huiddoorvoer is moeilijk lost te krijgen!
AIS staat voor Automatic Identification System en wordt gebruikt door de beroepsvaart. Of zeegaande schepen. Het is een op marifoonfrequentie uitgezonden signaal met informatie over het schip, zoals naam, koers, snelheid en dergelijke. Deze gegevens komen van een GPS aan boord. De gegevens worden verzonden met de marifoon. Het aantal keren dat de gegevens worden verzonden hang af van de snelheid van het schip.
Met een AIS aan boord beter zicht krijgen op de andere schepen waardoor het veiliger wordt. Op veel plaatsen op vaarwegen en vooral in zeehavens varen zowel binnenschepen als zeeschepen.
Wat kan je er mee
De gegevens van schepen en hun positie kunnen worden aangegeven op een digitale kaart op het scherm van een plotter. Bijvoorbeeld op het Raymarine C90W instument of op de nieuwe Raymarine a-serie en c-serie en e-serie MFD instrumenten. Hiermee is het dus snel te zien welke (grote) schepen in de buurt zijn. Als je ook nog een radarbeeld over de digitale kaart legt en het AIS-schip gaat tracken is het plaatje compleet.
Wat wordt er verzonden
Het zijn alleen de gegevens die nodig zijn om het vaarverkeer veiliger te maken. Minimaal zijn dit zijn de scheepsnaam, de scheepslengte en breedte, het OFS of ENI nummer en de positie van het schip.
Inland AIS (niet de Raymarine AIS) biedt ook de mogelijkheid om allerlei andere informatie uit te zenden, bijvoorbeeld of een schip leeg of geladen is en het scheeps- of verbandstype. Andere informatie (zoals lading, herkomst, bestemming etc.) kan weliswaar via AIS uitgezonden worden, maar dat hoeft niet.
Is het mogelijk om de fluxgate te vervangen van een Autohelm ST50 instrument.
Ja dat is mogelijk. Maar omdat de aansluiting op de achternat van een Raymarinen ST50 kompas een draai stekker heeft moet je de kabels de solderen, maar dat weet ik niet zeker of de bedrading het zelfde is. Je kan de draaistekker van de oude fluxgate afknippen en weer solderen op de nieuwe fluxgate.
De huidige fluxgate van Raymarine is in de afgelopen jaren niet veranderd. De werking van een fluxgate kompas is hier uitgelegd.
De Raymarine fluxgate ziet er zo uit:
De Raymarine Fluxgate kompas gever heeft bestelnummer en prijs: M81190
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Het is mogelijk om een oud ST60 instrument het uiterlijk te geven van een ST60 Plus instrument. Dit kan handig zijn als er bijvoorbeeld maar 1 nieuw Raymarine ST60 Plus Windinstrument gekocht is ter vervanging. Maar de bestaande instrumenten zijn nog gewoon de oude ST60 instrumenten die prima werken. Die oude ST60 look kan je dus veranderen in een nieuwe ST60 Plus look.
Voor
Na
Wat is er nodig
Oude type Raymarine ST60 instrument
Schroevendraaier
Nieuw raamwerk, deze noemt Raymarine: Fascia Bezel
Nieuwe keypad : (de oude past natuurlijk net niet)
Eventueel een nieuwe zonnekap (oude past nog wel, maar net niet lekker)
Een Raymarine ST60 Plus afdekkap heeft bestelnummer: A25004-P
En ziet er zo uit:
Montage van nieuw ST60 Plus frontje
Openen van het oude Raymarine ST60 instrument
Wip het oude frontje los met een schroevendraaier
Plaats de nieuwe keypad op het instrument
Zet het nieuwe ST60 Plus frontje weer vast.
Hoe maak ik een ST60 Plus instrument open
Draai het instrument om, en op het oude ST60 instrument voorzichtig met een schroevendraaier. Buig voorzichtig de kunststof behuizing naar buiten toe. Kijk op de foto waar de nokjes zitten.
Voorkant van het Raymarine ST60+ Plus instrument
De plaats van de nokjes Raymarine ST60+ Plus instrument:
Raymarine instrument ST60+ Plus instrument voorzichtig openen met een schroevendraaier:
Hoe moet het nieuwe frame op het instrument worden gezet.
Leg het nieuwe frame op de kop op tafel en leg de (juiste) keypad in het instrument. Laat het setje liggen en leg het Raymarine ST60 windinstrument er weer op.
Weer dichtklikken
En dit is het resultaat:
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
De elektronische kompassensor werkt door middel van een spoel om een permanente magneet. De kompasstand kan hierbij niet rechtstreeks worden afgelezen, daarvoor heeft men een elektronisch netwerk en een display nodig. Minder nauwkeurig dan een gyrokompas – wordt veel gebruikt op jachten en vliegtuigen, als onderdeel van stuurautomaten.
De stand van de spoel zorgt voor een positie tov het magnetisch veld. Door meerdere spoelen onder aan andere hoek te zetten is het mogelijk om 360 graden te meten.
De basis fluxgate kompas is een eenvoudig elektromagnetische apparaat dat twee of meer kleine spoelen van draad rond een kern van goed doorlatende magnetisch materiaal, met direct de richting van de horizontale component van de magnetische veld van de aarde. De voordelen van dit mechanisme op een magnetisch kompas is de uitlezing in elektronische vorm. Deze kan worden gedigitaliseerd gebruikt door een elektronische automatische piloot voor de koerscorrectie.
Om te voorkomen dat fouten gemaakt door de verticale component van het veld, moet het fluxgate array vlak mogelijk worden gehouden. Dit gebeurt door een cardanische ophanging of gebruik van een vloeibare ophangingsysteem. Allemaal hetzelfde, inertiefouten zijn onvermijdelijk wanneer het vaartuig zich scherp draaien of wordt heen en weer geslingerd door de ruwe zee. Om ervoor te zorgen dat de aflezing correct is, worden de marine fluxgate kompassen altijd gecorrigeerd door vloeistof of elektronische demping.
Even moeilijk doen: Een alternatief is om een 3-assige fluxgate magnetometer te gebruiken om een 3D-flux vector te bieden, en de magnetische koers is afgeleid van de flux op een vlak loodrecht op de zwaartekracht, en zo de immuniteit van de pitching, en rollen.
Een combinate van een fluxgate kompas en een gyro is een mooie aanvulling op elkaar. De fluxgate biedt een directionele referentie die stabiel is op de lange termijn, met uitzondering van veranderende magnetische storingen. De gyro is nauwkeurig op de korte termijn, zelfs tegen slagzij.
Op hoge breedtegraden, waar het aardmagnetisch veld dips heeft in de richting van de magnetische polen kan de gyro worden gebruikt om dit te corrigeren in combinatie met de fluxgate output. De gyro kan ook gebruikt worden om te corrigeren op stalen schepen.
Raymarine heeft deze combinatie ook toegepast in de nieuwste stuurcomputers. Daarin zit een (elektronische) gyro. Zoals in de Raymarine stuurautomaten SPX serie.
Raymarine SPX-5
Raymarine SPX-10
Raymarine SPX-30
De binnenkant van een Raymarine fluxgate
De binnenkant van de Raymarine Fluxgate magnetisch kompas transducer is cardnisch opgehangen om zo veel mogelijk horizontaal te blijven. Hierdoor kan het klinken alsof er iets los zit. Dat klopt dus ook.
Plaatsing van een Raymarine fluxgate
De Raymarine fluxgate moet hij horizontaal geplaatst worden
De optimale plek zou zijn daar waar het schip het minst beweegt (in het midden iets boven de waterlijn) Dit is niet altijd de beste plek, zeker niet bij een metalen schip.
Hij mag niet bij blikjes (voorraad) of elektrische motoren worden geplaatst
Er staat een pijtje op de Raymarine fluxgate zelf deze moet naar boven wijzen
De Raymarine fluxgate moet stevig worden vast gezet
Gebruik bij montage de meegeleverde ge-de-magnetiseerde schroeven
Bij stalen schepen is het beste plek op een mast of radarbeugel (buiten)
Bij een polyester schip kan hij worden geplaatst in een bakskist (let op punt 2!)
Als er een radarbeugel is, laat er een plaatje op lassen
Schrik niet van het geluid als je hem beweegt in de hand, dat hoort zo dat komt door de cardanische ophanging van de spoel
Gebruik altijd de calibratie (te vinden in het menu van het instrument) van de fluxgate na installatie
Storing met het fluxgate kompas van Raymarine
Als er problemen zijn met het fluxgate kompas van Raymarine, dan is het zelf vrij eenvoudig door met een multimeter de weerstandwaarden te controleren. In het artikel: Fluxgate kompas Raymarine meetwaarden staat hoe je zelf het fluxgate kompas kan doormeten.
Sinds halverwege 2015 is deze fluxgate niet meer in productie en niet meer nieuw leverbaar. Als je een stuurcomputer hebt (S1 / ST4000 / etc) waar een fluxgate op is aangesloten en de fluxgate is defect, dan is er geen vervangend product en zal de stuurcomputer moeten worden vervangen. Het komt overigens niet vaak voor dat de fluxgate defect is en zal het meestal aan de bekabeling of stuurcomputer liggen. Het enige dat (nog) te verkrijgen is, is het gevoelige binnenwerk. Na openen van de verpakking kan hij niet meer terug worden gestuurd.
Mocht je een defecte fluxgate hebben dan zal je moeten overwegen om de stuurcomputer te gaan vervangen en gebruik maken van de Raymarine EV-1 compas module en een nieuw bediening instrument (een nieuw instrument is ons advies, de oude kan je gebruiken maar kalibreren is dan lastig). Als je nog andere SeaTalk instrumenten (ST40 / ST50 / ST60 / ST60+) aan boord hebt, dan is het waarschijnlijk nodig om de gegevens van het SeaTalk netwerl op de nieuwe SeaTalkNG netwerk te krijgen. Hiervoor zal je ook een Raymarine inline converter nodig hebben. Mail ons voor een scherpe offerte.
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Bij het vervangen van een oudere SeaTalk GPS-sensor met een nieuwe RayStar 125 GPS WAAS antenne, moet de juiste verbinding worden gemaakt met nieuwe kleuren. Dit geldt ook voor de Raymarine RayStar 125 GPS. Deze is echter niet meer leverbaar.
De vervanger is de Raymarine Raystar 130 GPS antenne: E32152
Let er op: de RayStar125 is SeaTalk/NMEA en de RayStar130 is SeaTalk Next Generation.
RayStar 125 aansluiten op de SeaTalk bus:
De rode en groene draad uit de RayStar 125 GPS/WAAS antenne moeten samen worden gevoegd, deze gaan naar de plus van de SeaTalk bus. Als de groende draad aan de plus wordt gehangen staat de Raymarine in SeaTalk mode en komt de data op de gele draad. De afschermin van de kabel moet naar de massa.
Dit diagram geeft de kleuren combinatie met externe voeding. De externe voeding kan achterwege worden gelaten als er al een voeding op het instrument is. Als er geen RTCM wordt gebruikt moet deze draad aan de massa worden gelegd.
RayStar 125 aansluiten op NMEA bus:
Voor gebruik van NMEA is onderstaande schema te gebruiken. Doordat de bruine en groene draad aan de massa is gekoppeld, komt er uit de gele draad NMEA zinnen. Deze kan aan een NMEA instrument worden verbonden, of aan een PC worden gekoppeld. De losse kabel naar een PC heeft bestelnummer en prijs: E86001
RayStar 125 aansluiten op een C of E serie:
Voor gebruik op een Raymarine C-serie plotter of op een Raymarine E-serie plotter is onderstaande schema te gebruiken.
Raymarine C-serie plotter is een kabel te gebruiken met productnummer: R08050
Plaats de GPS antenne met een vrij zicht naar boven
Plaats de GPS antenne op een paal (niet te hoog ivm slingeren van het schip)
Plaats de GPS antenne op de railing op de spiegel, en boor de kabel door de buis
Plaats de GPS antenne vlak (flush mount) op het dek/gangboord waar niet of nauwelijks wordt gelopen (kabels zijn ideaal weg te werken)
Plaats de GPS antenne op de radarbeugel van een motorschip
Let er op dat de GPS antenne minimaal 1 meter van de VHF antenne wordt geplaatst!
Let er op dat de GPS niet in de top van de mast wordt geplaatst dit ivm het enorme slingeren van de GPS antenne, dit geeft echt een onwerkelijke GPS positie
Plaats de Antenne niet in een radar straal
Interessant? heb je er wat aan? Deel het op Facebook met de button hieronder, of zet de link op jouw favoriete forum.
Om het Bus systeem te kunnen laten werken is er een voedingsbron nodig. Alle apparatuur maken gebruik van deze voeding. Er is een voedingskabel: 
De kabels kunnen niet verkeerd aangesloten worden. De Spurkabels zijn zwart met wit gestreept en de Backbonekabel is blauw. Ook kan je het verschil zien aan het aantal aansluitingen. De spur heeft 6 aansluitingen en de backbone heeft 5.
De backbone is de drager van het netwerk en kan grote afstanden overbruggen. Je kan het zo zien je legt van voor naar achter een backbone en takt hem af voor de gevers, plotters etc. Dat kan met een t-stuk zoals hieronder wordt uitgelegd. De maximale lengte per kabel is 20 meter, deze kan je verlengen.
De spur is voor het aansluiten van apparatuur/gevers, de maximale lengte per kabel is 5 meter (GPS mag 6 meter).
De Raymarine Inline converter SeaTalk naar SeaTalk NG heeft bestelnummer en prijs: 
In het pakket zit de 
Kabellengte: 15 meter (45ft)
AIS staat voor Automatic Identification System en wordt gebruikt door de beroepsvaart. Of zeegaande schepen. Het is een op marifoonfrequentie uitgezonden signaal met informatie over het schip, zoals naam, koers, snelheid en dergelijke. Deze gegevens komen van een GPS aan boord. De gegevens worden verzonden met de marifoon. Het aantal keren dat de gegevens worden verzonden hang af van de snelheid van het schip.
De gegevens van schepen en hun positie kunnen worden aangegeven op een digitale kaart op het scherm van een plotter. Bijvoorbeeld op het Raymarine C90W instument of op de nieuwe 
Werking
