AIS staat voor Automatic Identification System en wordt gebruikt door de beroepsvaart. Of zeegaande schepen. Het is een op marifoonfrequentie uitgezonden signaal met informatie over het schip, zoals naam, koers, snelheid en dergelijke. Deze gegevens komen van een GPS aan boord. De gegevens worden verzonden met de marifoon. Het aantal keren dat de gegevens worden verzonden hang af van de snelheid van het schip.
Met een AIS aan boord beter zicht krijgen op de andere schepen waardoor het veiliger wordt. Op veel plaatsen op vaarwegen en vooral in zeehavens varen zowel binnenschepen als zeeschepen.
Wat kan je er mee
De gegevens van schepen en hun positie kunnen worden aangegeven op een digitale kaart op het scherm van een plotter. Bijvoorbeeld op het Raymarine C90W instument of op de nieuwe Raymarine a-serie en c-serie en e-serie MFD instrumenten. Hiermee is het dus snel te zien welke (grote) schepen in de buurt zijn. Als je ook nog een radarbeeld over de digitale kaart legt en het AIS-schip gaat tracken is het plaatje compleet.
Wat wordt er verzonden
Het zijn alleen de gegevens die nodig zijn om het vaarverkeer veiliger te maken. Minimaal zijn dit zijn de scheepsnaam, de scheepslengte en breedte, het OFS of ENI nummer en de positie van het schip.
Inland AIS (niet de Raymarine AIS) biedt ook de mogelijkheid om allerlei andere informatie uit te zenden, bijvoorbeeld of een schip leeg of geladen is en het scheeps- of verbandstype. Andere informatie (zoals lading, herkomst, bestemming etc.) kan weliswaar via AIS uitgezonden worden, maar dat hoeft niet.